Delend lidwoord

L'article partitif
(het delend lidwoord)
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

L'article partitif
(het delend lidwoord)

Slide 1 - Diapositive

de of het in het Frans =




l'     =      bij klinkerbotsing
m
v
e.v.
le/l'
la/l'
m.v.
les
les
Het lidwoord zoals jullie dat nu kennen

Slide 2 - Diapositive

In NL géén lidwoord?
ik koop melk 
-->

j'achète du lait




in  FR  wél  een  LIDWOORD

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Explication:

Het delend lidwoord: staat voor een zelfstandig naamwoord.     In NL: ik koop jam, in FR: j'achète de la confiture


il y a de la confiture = er is jam (confiture = vrouwelijk)
il y a du thé = er is thee  (thé = mannelijk)

il y a de l'huile = er is olie  (stomme h of klinker)

Il y a des pommes = er zijn appels (meervoud)

Slide 5 - Diapositive

 Lidwoord
 = delend lidw.
de     +
 le 
 = du
de     +
 la 
 = de la
de     +
 l'
 = de l'
de     +
 les
 = des
Vertaald naar het Nederlands heeft het Delend Lidwoord geen betekenis.

Slide 6 - Diapositive

Par exemple:
de appel = la pomme
appel = de la pomme
appels = des pommes

Slide 7 - Diapositive

Plus d'exemples:

delend lidwoord:                                  voorbeeld:           betekenis:

du voor mannelijk woord                  du coca                 cola

de la voor vrouwelijk woord             de la viande        vlees

de l' voor m/v woord met klinker   de l'huile               olie

des voor woord in meervoud          des légumes       groenten


J'ai acheté des légumes --> Ik heb groenten gekocht.

Slide 8 - Diapositive

1. Ontkennen
Ga je ne...pas toevoegen aan een zin met delend lidwoord

Dan verandert het delend lidwoord in het woord 'de'
of in de + woord met klinker/stomme h = d'


Slide 9 - Diapositive

2. Hoeveelheid
Hebben we het over een hoeveelheid? 
Dan verandert het delend lidwoord in het woord 'de'

In de volgende dia zie je woorden met voorbeelden van hoeveelheden.

Slide 10 - Diapositive

 Woorden van hoeveelheid

veel = beaucoup

un verre = een glas

un peu = een beetje

un kilo = een kilo


un verre de coca = een glas cola



Slide 11 - Diapositive

Woord van hoeveelheid + de

je veux beaucoup d'argent          - ik wil veel geld

je voudrais un verre de vin          - ik zou graag een glas wijn willen

j'ai eu un peu de pain                    -  ik heb een beetje brood gehad

je voudrais un kilo de fromage - ik zou graag een kilo kaas willen

je voudrais un kilo de pommes- ik zou graag een kilo appels wi
llen

Slide 12 - Diapositive

Ontkenning

je ne veux pas d'argent             - ik wil geen geld

je ne veux plus de vin                 - ik wil geen een glas wijn meer

j' n'ai pas eu de pain                    -  ik heb geen brood gehad

je ne veux pas de fromage        -  ik wil geen kaas

Slide 13 - Diapositive

Resumé
1. Gewone lidwoorden : le, la, l', les
2. In NL géén lidwoord = in Frans WEL lidwoord: delend lidwoord
     ik eet brood = je mange du pain
3. Zin met delend lidwoord ontkennen wordt woordje  'de'
   ik eet geen brood = je ne mange pas de pain
4. Zin met hoeveelheid er in wordt delend lidwoord 'de'
   ik eet veel brood = je mange beaucoup de pain

Slide 14 - Diapositive

Welke woorden voor 'de' of 'het' ken je in het Frans?

Slide 15 - Question ouverte

Je voudrais ..... thé (m)
A
des
B
de la
C
du
D
de l'

Slide 16 - Quiz

Tu veux ......... viande (v)?
A
de la
B
des
C
du
D
de l'

Slide 17 - Quiz

J'ai acheté ....... huile. (v)
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 18 - Quiz

..... thé (m) est dans la cuisine.
A
du
B
de la
C
de l'
D
le

Slide 19 - Quiz

Hij heeft geen auto.
A
ik n'a pas une voiture
B
il n'a pas voiture
C
il n'a plus de voiture
D
il n'a pas de voiture

Slide 20 - Quiz

Wij hebben een beetje geld.
A
merde
B
nous avons un peu de argent
C
nous avons un peu d'argent
D
nous avons un peu argent

Slide 21 - Quiz

Ik wil een glaasje water.
A
je veux un verre d'eau
B
je veux un verre de l'eau
C
je veux un verre de coca
D
je veux un verre de eau

Slide 22 - Quiz

Nous allons traduire
Zoek eventueel de betekenis van het zelfstandig naamwoord op:
cola, friet etc.

Slide 23 - Diapositive

Traduis: hij luistert veel muziek.

Slide 24 - Question ouverte

Traduis: ik houd niet van thee.

Slide 25 - Question ouverte


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 26 - Sondage


Nog iets anders, namelijk...

Slide 27 - Question ouverte