3.3 centrum en periferie

• Aardrijkskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

3.3 centrum en periferie

hoofdstuk 3, arm en rijk

eerst even een terugblik

wat weet je nog over 3.2

arm of rijk?

wat is de armoede grens?

1. het maximale bedrag dat je nog hebt om te werken
2. het bedrag dat je aan luxe producten kunt besteden
3. het minimale bedrag dat je nodig hebt om te leven

Waar liggen de landen met het hoogste BBP per hoofd?

1. Afrika en Zuid-Azië
2. in West -Europa, Noord-Amerika en Australië
3. Midden- en Zuid-Amerika
4. Rusland en China

wat zijn ontwikkelingskenmerken?

leerdoelen van 3.2

je kunt de wereld indelen in centrum en periferie: 

je kent de kenmerken van het centrum en de periferie in de wereld. 

indeling voor landen

Je kunt landen in 2 groepen indelen: 

centrum: landen met veel geld en macht

periferie: landen met weinig geld en macht

landen in het centrum

• Rijk en machtig
• Westerse landen
• Over het algemeen een goed inkomen, goede huizen en genoeg te eten. 
• Onderwijs en zorg zijn goed geregeld
• Niet alle mensen zijn rijk, maar ook de armste mensen in de rijke landen hebben vaak wat meer geld te besteden dan de meeste mensen in de arme landen

landen in de periferie

• Landen zijn arm
• Ontwikkelingslanden
• Veel mensen leven onder de armoede grens, te weinig te eten of ze hebben geen geld voor een huis. mensen werken in de landbouw.
• Niet voldoende gezondheidszorg, daardoor sterven veel kinderen. 
• Niet alle mensen zijn arm. Er wonen ook mensen met heel veel geld. Daarom kan het BBP van sommige ontwikkelingslanden toch hoog zijn. 

Handel tussen centrum en periferie

• Landbouw producten en grondstoffen worden door de periferie aan het centrum verkocht. 
• Veel landen in de periferie verbouwen dezelfde producten, daarom is de prijs laag. Ze verdienen er weinig aan. 
• Centrumlanden maken er producten die ze terug verkopen aan de ontwikkelingslanden. 
• Rijke landen verdienen op die manier veel geld

leerdoelen van 3.3

je kunt de wereld indelen in centrum en periferie

je kent de kenmerken van het centrum en de periferie in de wereld. 

wat ga je zelfstandig maken?

lees 3.3 op bladzijde 72 en 73 van je tekstboek

maak opdr. 1 t/m 16