Morfemen en oude naamvallen

Morfemen en oude naamvallen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Morfemen en oude naamvallen

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Leerdoel: aan het einde van deze les kun je uitleggen wat morfemen zijn en welke functie ze hebben en welke functie oude naamvallen hadden. 
- terugblik
- startopdracht
- uitleg
- in-oefenen
- verdere uitleg
- aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Welk stijlfiguur herken je in de volgende zin:
Het was één groot tranendal bij het concert gisteren.
A
enumeratio
B
drieslag
C
climax
D
hyperbool

Slide 3 - Quiz

Welk stijlfiguur herken in de volgende zin:
In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest, amen.
A
drieslag
B
opsomming van drieën
C
enumeratio
D
understatement

Slide 4 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je in de volgende zin:
Dat ik een voldoende haal is een kwestie van leven en dood.
A
antithese
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 5 - Quiz

Geef een voorbeeldzin, waarin je een understatement gebruikt.

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Lien

In 1 minuut
Omschrijf de betekenis van de volgende woorden:

Melkkoe - koemelk
deurslot - slotdeur

timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

morfeem
Wat we zien is dat binnen een woord elke woorddeel een betekenis heeft. Dat woorddeel noemen wij een morfeem.

Bijvoorbeeld: handdoeken

Slide 9 - Diapositive

Maak opdracht 1 in tweetallen
3 minuten
antwoorden in je schrift
blz 96
timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

morfemen en oude naamvallen
Voorvoegsels (prefix) en achtervoegsels (suffix) zijn vormen van morfemen die een woord een andere betekenis geven.

Vroeger hadden wij in het Nederlands veel meer prefixen en suffixen. Daar zien we nu nog een aantal voorbeelden van terug in de vorm van oude naamvallen:
De heer des huizes; des avonds; op den duur; in de loop der tijd; ter waarde van

Naamvallen gaven de grammaticale functie van een woord aan. Dit zien we nu nog terug in het Duits.

Slide 11 - Diapositive

Wat ga je doen?
Maak opdracht 2, 3 en 4 uit je boek.

10 minuten in stilte

Eerder klaar?
Zoek online een artikel waarin je oude naamvallen kunt herkennen.
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Leerdoel: 
aan het einde van deze les kun je uitleggen wat morfemen zijn en welke functie ze hebben en welke functie oude naamvallen hadden.
controlevraag:
welke morfemen herkennen we in het woord fietsbelhoudertje en wat is de betekenis van die morfemen?

Slide 13 - Diapositive