Morfologie in de Engelse taal

Morfologie (morphologie)

Doel van deze les:

- Je begrijpt wat morfemen zijn
- Je kan een root , een prefix (voorvoegsel) en een suffix (achtervoegsel) herkennen.
- Je begrijpt wat de term morfologie betekent
- Je begrijpt waarom morfologie kan helpen bij het spellen van woorden 
- Je begrijpt waarom morfologie kan helpen bij het vinden van de betekenis van een woord. 
- Je kunt je kennis van morfologie gebruiken bij het maken en bestuderen van woorden. 
 
Introductie Socrative quiz - morfologie

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Morfologie (morphologie)

Doel van deze les:

- Je begrijpt wat morfemen zijn
- Je kan een root , een prefix (voorvoegsel) en een suffix (achtervoegsel) herkennen.
- Je begrijpt wat de term morfologie betekent
- Je begrijpt waarom morfologie kan helpen bij het spellen van woorden 
- Je begrijpt waarom morfologie kan helpen bij het vinden van de betekenis van een woord. 
- Je kunt je kennis van morfologie gebruiken bij het maken en bestuderen van woorden. 
 
Introductie Socrative quiz - morfologie

Slide 1 - Diapositive

Morfemen - de opbouw van woorden
Een morfeem is een deel van een woord met een eigen betekenis, dat niet in kleinere woorddelen met eigen betekenissen kan worden opgesplitst. 

 

Slide 2 - Diapositive

2 soorten morfemen
Vrije morfemen (woorden)  - Vormen losse woorden die een betekenis hebben.                                                                                                a horse, run, happy, school, 

Gebonden morfemen           - Kunnen niet zelfstandig worden gebruikt.
                                                             un-, de-, -ness - , -ly, -ous, - ment



 

Slide 3 - Diapositive

morfologie = de opbouw van woorden
unemployment = is een woord
Dit woord kan je opsplitsen in verschillende delen: 
unemployment = is een root
unemployment = is een voorvoegsel (prefix)
unemployment = is een achtervoegsel (suffix) 


Slide 4 - Diapositive

Een root 
Een root is dus het basis woord dat betekenis heeft 
           - happy = gelukkig
           - turn = draaien/keren
           - fit = fit, conditie hebben
           - arrange  = rangschikken
 

Slide 5 - Diapositive

Een prefix (voorvoegsel)
Een voorvoegsel plak je aan de voorkant van een root
Voorvoegsels veranderen de betekenis van een woord
                      happy+ un = unhappy           turn + re = return
                              fit + un = unfit            arrange + re = rearrange
 

Slide 6 - Diapositive

Voorvoegsels (prefixes) met tegenovergestelde, negatieve betekenis.
Met 1 voorvoegsel kan je veel nieuwe woorden maken 

Slide 7 - Diapositive

Een suffix (achtervoegsel)
Een achtervoegsel plak je aan de achterkant van een root
Achtervoegsels veranderen de betekenis van een woord en de woordsoort. 

pain+ful         slow+ly             work+ed              ride+    region+al
ill+ness          flex + ible         accept+able           do+ing
                    
 

Slide 8 - Diapositive

Achtervoegsels (suffixes) 
Met 1 achtervoegsel kan je ook veel nieuwe woorden maken 

Slide 9 - Diapositive

Morfologie helpt bij het raden van de betekenis van woorden
Raad de betekenis van het woord aan de hand van de voor-, en achtervoegsels (prefixes, suffixes) 

helper  = ?
helps = ?
helped =?
helping = ?
helpful = ? unhelpful = ?   helpfulness = ?
helpless = ?

Slide 10 - Diapositive

She showed an inquisitive (-ive) nature,
as she was constantly asking questions and seeking out new information.


Slide 11 - Question ouverte

Let's start practising
- type in Google - socrative student login




- then enter your name  and start the quiz
 
 
                                 Go for it!

Slide 12 - Diapositive