2.4 Bij welke groep hoor je?

2.4 Bij welke groep hoor je?
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.4 Bij welke groep hoor je?

Slide 1 - Diapositive

Waarom is je beste vriend/vriendin je beste vriend/vriendin?

Slide 2 - Question ouverte

Groepsgevoel:
Identificatie: 
je herkent bepaalde kenmerken van jezelf in een ander.

Groepsidentificatie:
je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonte hebt hebt.

Slide 3 - Diapositive

Plaats:
De plaats waar je woont of vandaan komt kan zorgen voor een groepsgevoel.

Denk aan die keer dat je Nederlanders tegenkomt in het (verre) buitenland.
Voel je je meteen verbonden?


Slide 4 - Diapositive

Geloof:
Je voelt je verbonden aan de mensen die hetzelfde geloven en naar dezelfde kerk, moskee, tempel of synagoge gaan.

Slide 5 - Diapositive

Ik geloof:
✝️
☪️
🕉
✡️
☸️

Slide 6 - Sondage

Belangen of problemen:
Als je hetzelfde wilt of het zelfde probleem hebt, dan schept dit een band.

Kun je een ander voorbeeld noemen?

Slide 7 - Diapositive

Smaak of interesse:
Wanneer je samen dezelfde interesse of hobby hebt schept dit een band.

Slide 8 - Diapositive

Noem tenminste 4 groepen met wie jij je verbonden voelt:

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Ik of wij!?
We worden steeds meer een individu en steeds minder deel van een groep. Dit proces noemen we individualisering. 

Als mensen het gevoel hebben bij elkaar te horen dan noem je dat sociale cohesie, er is dan een sterk wij-gevoel. In een individuele samenleving zijn mensen vrijer, maar is de eenzaamheid ook steeds groter.

Slide 11 - Diapositive

Leg uit wat sociale controle en sociale cohesie met elkaar te maken hebben:

Slide 12 - Question ouverte

Denk je dat de sociale cohesie groter is in de stad of op het platteland? Leg je antwoord uit:

Slide 13 - Question ouverte