1tha1 Zinsontleding/ lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Grammatica (cursus 5)          Welkom

Op je tafel:

Laptop (dicht)

Leesboek

schrift/

lesboek/pen 

Zinsdelen... geen woordsoorten

Wat gaan we doen?

Lezen

• Lesdoelen
• Nieuwe uitleg: grammatica/ zinsontleding/ 
• lijdend voorwerp + meewerkend voorwerp
• Zelfstandig werken
• Evaluatie les

                                         Lezen 

#boekpraat:

Zou jij de hoofdpersoon van je boek willen zijn? Leg uit waarom wel of niet?

Waar gaat deze les over?

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. Vraagzin maken.
2. Zet de zin in een andere tijd.
3. Alle werkwoorden uit de zin.
4. Weet ik niet.

Werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden uit de zin.

LET OP! Hoort het woordje ‘te’ bij het werkwoord dan gebruik je dit ook.  

Voorbeeld: Ik heb veel te doen 

Wwg: veel te doen

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Onderwerp

Wie/wat + werkwoordelijk gezegde

Wat is het onderwerp in de volgende zin?
Is Willem nou weer van de trap gevallen?

Lijdend voorwerp

Wie/wat + wwg + onderwerp

Let op! Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp!

Voorbeeld:

Hij heeft een tientje gevonden.

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
Mijn moeder bakte een taart.

www.cambiumned.nl

Zelfstandig werken

Grammatica (cursus 5)/ zinsontleding

th: $8 Lijdend voorwerp, blz. 214, opdracht 1 t/m 4

ha: $7 Lijdend voorwerp, blz. 216, opdracht 2, 3 + 6

HA: Verlengde instructie

Meewerkend voorwerp in de zin

Bekijk de volgende zinnen:

De jury / overhandigt / de winnares / een gouden medaille / voor haar prestatie.

Het publiek / geeft / de winnares / een staande ovatie.

In deze zinnen is de winnares het meewerkend voorwerp (mv). Een meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is. Het is vaak een mens of een dier. Het meewerkend voorwerp komt voor bij werkwoorden die iets te maken hebben met ‘vertellen’ (antwoorden, beloven, uitleggen) of met ‘geven’ (overhandigen, betalen).

Meewerkend voorwerp

Een meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is. Het is vaak een mens of een dier. Het meewerkend voorwerp komt voor bij werkwoorden die iets te maken hebben met ‘vertellen’ (antwoorden, beloven, uitleggen) of met ‘geven’ (overhandigen, betalen).

www.cambiumned.nl

Zelfstandig werken grammatica / zinsontleding (c5)

th: $8 Lijdend voorwerp, blz. 214, opdracht 1 t/m 4

$10 Mixopdrachten (online)

ha: $7 Lijdend voorwerp, blz. 216, opdracht 2, 3 + 6

$9 Meewerkend voorwerp, blz. 220, opdracht 1, 3 + 5

Huiswerk donderdag a.s.

Grammatica (cursus 5)/ zinsontleding

th: $8 Lijdend voorwerp, blz. 214, opdracht 1 t/m 4

ha: $7 Lijdend voorwerp, blz. 216, opdracht 2, 3 + 6