les 3 redekundig ontleden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

STILLEZEN

pak je leesboek erbij

DEZE LES

...Gaan we weer oefenen met zinsdelen aangeven en het benoemen van die zinsdelen in:  

•  onderwerp (ondw)
•  persoonsvorm (pv)
•  werkwoordelijk gezegde (wwgez)
•  lijdend voorwerp (lvw)
•  meewerkend voorwerp (mvw)
•  bijwoordelijke bepaling (bwb)

WEET JE NOG?

Een zinsdeel is een stukje zin met een bepaalde functie.

Zo is de persoonsvorm (pv) een zinsdeel.

Hoe vind je zinsdelen? 

• Alles wat vóór de pv staat is één zinsdeel.
  
• Alles wat vóór de pv kan staan is ook één zinsdeel, met als voorwaarde dat de zin dan wel klopt. 

Het ondw + pv vind je door de 3 proeven uit te voeren op de zin: 

1.   vraagproef  →  maak een vragende zin
                                   Pv staat vooraan, daarnaast het ondw
2.   getalsproef → zet de zin in enkelvoud of juist in meervoud 
                                   Pv + ondw veranderen 
3.   tijdproef      → zet de zin in een andere tijd. 
                                   Pv verandert. 

Het wwgez bestaat uit alle werkwoorden in de zin.

Staat er één werkwoord in de zin? 

Dat is dan de pv en die vormt in z'n eentje het wwgez.

- Een mwv (max eentje) kan in een zin staan.

Stel de vraag: aan/voor wie + wwgez + ow + (lv)?

Dan is het mvw het antwoord. 

TIP: het voorzetsel 'aan' of 'voor' kan bijna altijd worden weggelaten of toegevoegd.

- Een lvw (max eentje) kan in een zin met een wwgez staan. 

Stel de vraag wie of wat + ww gezegde + onderwerp? 

Dan is het lvw het antwoord. 

- Een bwb (één, of meer) kan in een zin staan.

De bwb geeft extra informatie over een ander zinsdeel. Die extra informatie kan weggelaten worden: het bwb-zinsdeel kan daarom (ook) weggelaten worden. 

TIP: de bwb blijft over als je alle andere zinsdelen hebt benoemd. 

WERKBLAD

Je krijgt een werkblad om te oefenen met het verdelen van een zin in zinsdelen, die je vervolgens gaat benoemen. Op het werkblad staat de precieze opdracht. 

Ben je klaar, dan wacht je tot de anderen klaar zijn. Daarna krijg je het antwoordenblad en kijk je je eigen antwoorden na. 

Wat je lastig vond, omcirkel je en ga je online oefenen op Nieuw Nederlands online, of Google op 'redekundig ontleden oefenen'

HUISWERK

Wat vond je lastig? Lees de theorie ervan in Nieuw Nederlands: 

p. 28  - zinsdelen bepalen

p. 80  - het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp

p. 106 - het meewerkend voorwerp

p. 132 - de  bijwoordelijke bepaling

NB Ik verwacht dat je jouw leesboek bij je hebt. Je gaat niet online of naar de mediatheek een boek uitzoeken. 

klassenvertegenwoordiging

Kerstkaart 

Vraag van mij: ik mis een schoolkrant..!