L16 - Beeldtaal in stripverhalen

• Nederlands
• Secundair onderwijs

I

II

III

IV

V

b

4

a

c

d

e

1

2

3

5

Oplossing

1

Noteer in je cursus!

Herken jij min. 5 stripfiguren?

Noteer min. 5 namen in je cursus

2a 

Schanulleke, de pop van Wiske

De rechtervoet van Guust Flater

De linkervoet van Urbanus

Het onderlijf van Donald Duck

De staart van Marsupilami

De rechterarm van een smurf

De linkerarm van Robbedoes

Flip, de papegaai van Jommeke

Het gezicht van Marcel Kiekeboe

Het haar van Kuifje

Welk gevoel heeft Obelix? Geef 3 argumenten die je antwoord ondersteunen.

Dit zijn 2 extremen van tekenstijlen. 

Sorteer de woorden bij de juiste afbeelding.

realistisch

lijntekening

ingekleurd

zwart-wit

gedetailleerd

globaal getekend

schaal tekenstijlen

Termen

• realistisch:  De tekening lijkt op een foto
• lijntekening: De vorm van de figuur wordt met beperkte     lijnen weergegeven.
• gedetailleerd: haarfijn getekend met oog voor bijzonderheden, precies
• globaal getekend: alleen de hoofdzaken, schetsmatig

• close-up   mediumbeeld           totaalbeeld

3b

• a) close-up, neutraal
• b) totaalbeeld, kikvorsperspectief
• c) mediumbeeld, vogelperspectief
• d) mediumbeeld, neutraal

Opdracht 4

• 4a sciencefiction
• 4b Het verhaal speelt zich af in de toekomst op een andere planeet en er wordt gebruikgemaakt van ver doorgevoerde technologie: ruimteschepen en robots.
• 4c De protagonisten zijn de twee menselijke helden op de voorgrond; de antagonisten zijn de robots die de twee andere mannen gevangen houden.

Opdracht 4

• 4d realistisch -ingekleurd - gedetailleerd
  
• 4e - afstand: totaalbeeld: je ziet het decor, een ruimteschip waarin de hoofdpersonages terechtgekomen zijn.
• 4e - perspectief: kikvorsperspectief; alle elementen worden van beneden weergegeven.
  

onderwijs.hetarchief.be