Breuken en Grote getallen

Welkom!
Leg je boeken en schriften open op de tafel
Pak je etui erbij.


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg je boeken en schriften open op de tafel
Pak je etui erbij.


Slide 1 - Diapositive

Ready?
  • Is iedereen aanwezig?

  • Hebben jullie alles mee?

Slide 2 - Diapositive

Planning
                  1F: Grote getallen
                  2Fa: Breuken optellen en aftrekken

Uitleg
Aan de slag 
Huiswerk
Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen:
1F: 
  • Ik weet wat het woorden duizend en miljoen betekenen. Ik kan duizendtallen en miljoenen voluit in cijfers schrijven. IK kan rekenen met duizendtallen en miljoenen. 
2Fa: 
  • Ik kan gelijknamige breuken optellen
  • Ik kan met gelijknamige breuken aftrekken

Slide 4 - Diapositive

    Grote getallen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Breuken

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn breuken?

Slide 10 - Diapositive

Het woord zegt het al het is een breuk. Een breuk is een ander woord voor een scheur of een barst. Dat betekent dat het in stukken is. 
 Alle breuken bestaat uit een teller en een noemer.
De teller bepaald hoeveel stukken je van het geheel hebt. Je hebt 1 van de 4 stukken
1
De noemer bepaald in hoeveel stukken het geheel is verdeeld. Het geheel is verdeeld in 4 stukken
4

Slide 11 - Diapositive

Rekenen met Breuken

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Breuken vereenvoudigen:

Slide 14 - Diapositive

 Breuken bij elkaar optellen en van elkaar aftrekken

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Zelfstandig werken en Huiswerk:
                                   

                                    
                                    1F: blz. 73 t/m 76

                                 2Fa: blz. 59 t/m 66

Slide 18 - Diapositive

Lesdoel behaalt?
  • Ik weet wat het woorden duizend en miljoen betekenen. 
  • Ik kan duizendtallen en miljoenen voluit in cijfers schrijven.
  • Ik kan rekenen met duizendtallen en miljoenen. 
  • Ik kan gelijknamige  breuken optellen
  • Ik kan met  gelijknamige breuken aftrekken

Slide 19 - Diapositive

Hoe ging de les?

Slide 20 - Diapositive