Basisstof 1: Voedingsmiddelen

Thema 2: Voeding en vertering
Basisstof 1: Voedingsmiddelen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 2: Voeding en vertering
Basisstof 1: Voedingsmiddelen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?

Lesdoelen
Wat weet je al?
Uitleg thema 2, basisstof 1
Aan de slag!  



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 2.1
Klas 2A vrijdag 6 oktober, 6e uur
Va blz. 66 lezen
Maken: Vragen 1-2-5-6-7-8

Thuis maak je blz. 68 
vraag3 PRACTICUM- een dag bijhouden wat je eet.
Neem 1 leeg en schone verpakking van een voedingsmiddel mee. Etiket moet leesbaar zijn.

  


timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 2.1
Klas 2B dinsdag 3 oktober, 6e uur
Va blz. 66 lezen
Maken: Vragen 1-2-5-6-7-8
Neem voor morgen 1 leeg en schone verpakking van een voedingsmiddel mee. Etiket moet leesbaar zijn.
Maandag 9 oktober
Thuis maak je blz. 68
vraag 3 PRACTICUM- een dag bijhouden wat je eet. 

  


timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 2.1
Klas 2C vrijdag 6 oktober 8e uur

Va blz. 80 lezen
Maken: Vragen 1-2-3-5-6-7-8

Let op!!
Voor vraag 5 moet je 1 dag bijhouden wat je eet.

  


timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen:
Je kunt tenminste.. 

... 1 functie van voedingstoffen noemen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al?
Wat?  Je schrijft de antwoorden op een white boardje met bijgeverde stift.
Afspraak: Bordje en/of stift kapot gemaakt? €2,- betalen aan de docent om een nieuwe te kopen
Hoe?  Je schrijft met de marker de antwoorden leesbaar op het bordje. Ben je klaar houdt je hem leesbaar voor de docent in de lucht.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Na iedere vraag 1 minuut bedenktijd
Uitkomst, wat doen we ermee? We bespreken meteen de antwoorden. De docent deelt de beurt uit. Wil je heel graag jouw antwoord laten weten steek je je vinger in de lucht. Dan kan je de beurt krijgen. Daarna kan je met het gele doekje je antwoord uitwissen.
Klaar? Wacht even rustig tot de tijd om is.
Aan het einde van de uitleg lever je je bordje/stift/doekje weer heel in.
               



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Wat zijn voedingsmiddelen?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Wat zijn voedingsstoffen

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Plantaardig of dierlijk
Alles wat je eet en drinkt zijn voedingsmiddelen

Plantaardig: wortels, stengels, bladeren, vruchten, zaden

Dierlijk: vlees (deel van het dier), melk, eieren (producten van het dier)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt
timer
1:00
A
Juist
B
Niet juist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de onderstaande voedingsmiddelen zijn plantaardig?
timer
1:00
A
Aardbei
B
Hamburger
C
Ei
D
Olijfolie

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivelproducten zijn dierlijke producten
timer
1:00
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen = bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen. 

-> Stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie en om te groeien en herstellen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsstoffen
Voedingsstoffen hebben 4 functies:
  1.  Brandstof levert energie
  2. Bouwstoffen zijn nodig voor groei, ontwikkeling en herstel
  3. Reservestoffen zijn stoffen die je lichaam niet meteen nodig heeft
  4. Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je niet ziek wordt 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsvezel
Voedingsvezel is een verzamelnaam voor stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren. 

Dit is hard nodig voor de werking van je darmen en het geeft je een verzadigd gevoel.

Slide 16 - Diapositive

Zitten vooral in groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, peulvruchten, noten en ontbijtgranen.
Wat zijn voedingsstoffen?
A
Alles wat je eet en drinkt
B
Stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren
C
Bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten voedingsstoffen die nodig zijn voor de verbranding?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Reserve stoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voedingsstoffen hebben we nog om ons te beschermen tegen ziektes
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Beschermende stoffen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsmiddelen zitten in voedingsstoffen
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

White board/stift/doekje schoon en heel inleveren

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag! Thema 2.1
Wat?  Huiswerk maken va blz. 66
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? 5 minuten voor het einde van de les wijs ik random leerlingen aan om antwoord te geven op de vragen.
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 2.1
               



timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions