Thema 1 Basisstof 3 Cellen van dieren en planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Thema 1 Organen en Cellen

Nakijken

Huiswerk over BS1.1 & 1.2 

In het boek

Online 

Planning

1. Huiswerk controle

2. Herhaling 

3. Uitleg BS1.3 en 1.4 

4. Werken aan opdrachten

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie(s) heet een ...

luchtpijp

dunne darm

hart

dikke darm

lever

longen

maag

Thema 1 Organen en cellen.

Basisstof 3: Cellen van dieren en planten.

1.3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Basisstof 4: Chromosomen

1.4.1 Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven.

Dierlijke cellen

Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel uit cytoplasma.

Cytoplasma is een stroperige vloeistof van water en opgeloste stoffen. 

Om het cytoplasma ligt een dun vlies dit is het celmembraan.

in het cytoplasma ligt de celkern deze regelt alles in de cel. Om de celkern zit ook een dun vlies namelijk het kernmembraan.

plantaardige cellen

De plantencel heeft ook cytoplasma, celmembraan, celkern en een kernmembraan. 

Om de plantencel ligt ook een celwand. Deze geeft stevigheid aan de cel.

De kenmerken zijn:

• De celwand wordt gemaakt door het cytoplasma van een plantencel.

• De celwand zorgt voor stevigheid.

• De celwand is tussencelstof. Het is dus geen onderdeel van de cel.

plantaardige cellen

Plantencellen hebben in hun cytoplasma ook vacuolen.  Dit zijn blaasjes gevuld met vocht. 

Jonge plantencellen hebben meerdere vacuolen. Als de plantencellen ouder worden dan vloeien de kleine vacuole samen tot 1 grote. 

In welk deel bevinden zich de chromosomen?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoe heet het deel dat is aangegeven met nummer 2?

1. celmembraan
2. celwand
3. kernmembraan
4. kernwand

Korrels kunnen overgaan naar een andere type

In de dunne darm wordt voedsel verteerd. Van de inhoud van de dunne darm is een microscopisch preparaat gemaakt. In de afbeelding zijn enkele cellen uit dit preparaat getekend bij een vergroting van 400×.

Is cel P een plantaardige of dierlijke cel?

1. plantaardig
2. dierlijk

chromosomen

In de celkern liggen chromosomen.

Chromosomen zijn opgebouwd uit  DNA en eiwit.

DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. 

Elke lichaamscel heeft 23 paar chromosomen

chromosomen 

• Dit is een chromosomenportret
• Mensen hebben 23 paren chromosomen.
• Totaal 46 chromosomen.
• De paren zijn gelijk, behalve de geslachtschromosomen  (bij de man XY en vrouw XX)

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.

In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel gaat zich delen.

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn

1. Geslachtschromosomen
2. Geslachtscellen

Chromosomen komen in paren voor in de geslachtscellen

1. klopt
2. klopt niet

Hoeveel chromosomen heeft een mens in een lichaamscel?

1. 44
2. 46
3. 48
4. 50

Katten hebben 38 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen hebben ze dan?

1. 23
2. 19
3. 46
4. 76

Huiswerk 

 BS1.3:

Opdracht 1, 2, 4, 5, 6, 7

(BLZ 22-25) &

BS1.4:

opdracht 1, 2, 4, 5, 6

of

online

Nu 20 minuten zelfstandig werken

Kunnen wij nu ...

1.3.1 ... delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies?

1.4.1 ... de kenmerken van chromosomen beschrijven?