Verleden tijd

Verleden tijd

Bladzijde 48
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verleden tijd

Bladzijde 48

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwakke en sterke 
werkwoorden

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwakke werkwoorden blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.



Bijvoorbeeld:
wacht - wachtte
dans - danste
kook - kookte
teken - tekende

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden 
spelen-speelde-gespeeld

maken-maakte-gemaakt

vertellen-vertelde-verteld

raken- raakte-geraakt


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


                            
Twijfel je?
Als de laatste letter van de stam voorkomt in
'TaXi KoFSCHiP
, schrijf je in de verleden tijd -te(n).
Zo niet, dan schrijf je -de(n). 
Regel
Leer de regels uit je hoofd.
't ex-kofschip

Slide 5 - Diapositive

werken - werk
De 'k' komt voor in 't ex-kofschip, dus is de verleden tijd werkte.

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

benadruk hier dat in de verleden tijd de ik-vorm en 2e en 3e persoon enkelvoud hetzelfde zijn. leg verder uit dat als het om het meervoud gaat er nog een -n achter komt. 
Geef ook aan dat het om de onvoltooid verleden tijd gaat. 




Let op
  • Als de stam (ik-vorm) al eindigt op -d of -t, dan schrijf je in de verleden tijd -dd of -tt.

  • Een werkwoord in de verleden tijd eindigt nooit op -dt.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
antwoorden, 
stam = antwoord,
de verleden tijd is antwoordde

planten,
stam = plant,
de verleden tijd is plantte

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterke werkwoorden

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


VT: Hij ... (rekenen) het bedrag uit.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


VT: Ik ... (koken) pasta.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


VT: Wij ... (zetten) de pot op tafel.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


VT: De ridders ... (leven) vroeger.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Momentje  nadenken

Slide 15 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
Heb je de regels goed genoteerd?
Welke vragen heb je nog? Die kun je bij de volgende dia invullen.
Welke vragen heb je nog?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterke

werkwoorden


hebben de

KRACHT

om in de verleden tijd

van klank te veranderen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions