Contaminatie pleonasme tautologie

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hebben jullie het vorig jaar gehad over pleonasme, tautologie en contaminatie? Wat was dat ook al weer?

Vul wat je nog weet in in het woordweb.

Slide 2 - Diapositive

contaminatie/pleonasme/tautologie

Slide 3 - Carte mentale

Formuleren: stijlfouten, dubbelop

Vandaag gaan we het hebben over stijlfouten. Namelijk over de volgende drie: contaminatie, pleonasme en tautologie

En over formuleerfouten: dubbele ontkenning, bijzinnen rijgen en de tangconstructie

Slide 4 - Diapositive

Aan het einde van de les...
...kan je een pleonasme, tautologie en contaminatie herkennen en benoemen.
...kan je contaminaties herkennen en benoemen in een tekst.
...kan je formuleerfouten vermijden in je eigen tekst.

Slide 5 - Diapositive

Vandaag
- Filmpje kijken. Wat is het verschil?
- Uitleg
- Opdracht contaminaties herkennen
- Controlecheckvragen
- formuleerfouten

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Tautologie
Twee dezelfde woordsoorten samen gebruikt.
Je kan er 1 weglaten en dan is de zin correct.
Twee mogelijkheden.
Voor altijd en eeuwig
Misschien wellicht komen ze erachter.

Pleonasme
Twee verschillende woordsoorten overlappen elkaar, ze zijn niet beide nodig. --> kenmerk, zit al in het woord besloten. Maar 1 mogelijkheid.
De rode tomaat
De bitcoin is omlaag gekelderd.

Slide 8 - Diapositive

Pleonasme en tautologie

Slide 9 - Carte mentale

Contaminatie
Twee uitdrukkingen of spreekwoorden worden samengevoegd tot één nieuwe uitdrukking.
(Engels) to contaminate = besmetten
Uitprinten (nu goed!)
Het kost duur.
Soms heel moeilijk te zien, want 'normaal':
Overnieuw?

Slide 10 - Diapositive

Oefening contaminatie (classroom)
1. Open het bestand, start met lezen.
2. Markeer de contaminaties.
3. Schrijf erachter (of eronder) welke uitdrukkingen samengevoegd zijn. Uit welke hadden ze dus kunnen kiezen?

Je mag rustig samenwerken

Slide 11 - Diapositive

Zelf aan het werk
Doel: contaminaties leren herkennen en benoemen
Wat: tekst lezen en contaminaties markeren en onderstrepen.
Hoe: je mag samenwerken, houd het werkbaar. Fluisterpraat zachtjes.
Hulp: eerst in tweetallen, over vijf minuten loop ik rond.
Tijd: tien minuten. Probeer zo ver mogelijk te komen
Uitkomst: bespreken in de klas (hopelijk deze les)
Klaar: maak een gedicht poëzie waarin je stijlfouten/figuren opnoteert

Slide 12 - Diapositive

Werk bespreken
Wat hadden jullie gevonden?

Lever wat je tot nu toe hebt in in classroom.

Slide 13 - Diapositive

Waar zit de stijlfout?

Slide 14 - Diapositive

Formuleerfouten
- Ik maak nooit geen fouten hoor!

- Dit onderzoek, waaruit bleek dat jongeren, die vaak meerdere bijbaantjes hebben, bijvoorbeeld en in de horeca en bij een supermarkt, zoals de Albert Heyn, die jongeren nog steeds slechts het minimumjeugdloon betaalt, financieel toch problemen hebben, zorgde voor veel ophef.

- Je kunt je bij wijze van spreken voorstellen dat iemand bij wijze van spreken drie meter ver kan springen zonder bij wijze van spreken een aanloop te nemen.

- Het onderzoek waaruit bleek dat leerlingen het rooster te vol vinden zorgde voor veel ophef.

Slide 15 - Diapositive

Dubbele ontkenning
Twee keer een ontkenning gebruiken, waardoor je het tegenovergestelde zegt van wat je bedoelt.

Hij gebruikt nooit geen suiker in de thee.
(‘nooit’ of ‘geen’ weglaten)

Slide 16 - Diapositive

Bijzinnen rijgen
In plaats van regelmatig een nieuwe zin te beginnen, wordt bijzin na bijzin aan de lopende zin toegevoegd.
Dit onderzoek, waaruit bleek dat jongeren, die vaak meerdere bijbaantjes hebben, bijvoorbeeld en in de horeca en bij een supermarkt, zoals de Albert Heyn, die jongeren nog steeds slechts het minimumjeugdloon betaalt, financieel toch problemen hebben, zorgde voor veel ophef.

Slide 17 - Diapositive

Storende herhaling
Steeds hetzelfde woord herhalen leidt tot irritatie.
Een woordherhaling kan ook als stijlfiguur (repetitio) bewust worden toegepast.
Je kunt je bij wijze van spreken voorstellen dat iemand bij wijze van spreken drie meter ver kan springen zonder bij wijze van spreken een aanloop te nemen, maar toch bij wijze van spreken van zichzelf vindt dat hij bij wijze van spreken niet sportief is.

Slide 18 - Diapositive

Tangconstructie
Tussen de woorden die bij elkaar horen (vaak onderwerp en persoonsvorm), staan andere zinsdelen of bijzinnen, waardoor de gehele zin onoverzichtelijk wordt.
FOUT: Het onderzoek, waaruit bleek dat jongeren veel financiële problemen hebben, zorgde voor ophef.
GOED: Er ontstond veel ophef over het onderzoek waaruit bleek dat jongeren veel financiële problemen hebben.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Bedenk zelf een tangconstructie. Bijvoorbeeld bij: de vrouw...loopt.

Slide 21 - Question ouverte

Incongruentie
Het getal van het onderwerp en de persoonsvorm zijn niet gelijk.
De media schrijven over de wedstrijd.
Een groep jongeren ergert zich aan het huidige rooster.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Verwijzen
De vrouw = die vrouw, deze vrouw
Het huis = dit huis, dat huis.


Slide 24 - Diapositive

Even checken!

Slide 25 - Diapositive

De oude bejaarde ging op donderdag een gezellig potje klaverjassen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 26 - Quiz

Wij hopen in staat te zijn u volgende week te kunnen halen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 27 - Quiz

Begrijpend lezen moet hij telkens overnieuw doen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 28 - Quiz

Van deze les neem ik mee...

Slide 29 - Question ouverte

Doen
- Tekst afmaken
- Les 5 Schrijven 5 --> exit stijlfouten
- Je eigen tekst nakijken op spelfouten

Slide 30 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
- Kon je de controlevragen goed maken? Kan je pleonasme, contaminatie en tautologie herkennen?
- Kon je de contaminaties uit de tekst halen?
Vind je het stijlfiguren of stijlfouten?

Zou je de verschillen kunnen uitleggen? Wie weet volgende les...?

Slide 31 - Diapositive