les 7

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour!

Qu'est-ce qu'on va faire?

• objectifs
  
• parler
  
• grammaire C + I
• oefentoets 
• au travail
  

Objectifs

Parler 

• Ik kan eenvoudige vragen stellen over alledaagse zaken.
  
• Ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen.
  
• Ik ken voldoende woorden rondom het thema 'mon argent'

Grammaire 

• Ik begrijp hoe je het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp kunt vervangen.
• Ik begrijp hoe je de passé composé maakt bij regelmatige werkwoorden.
• Ik begrijp hoe je het werkwoord venir gebruikt.

vocabulaire 

Levend Memory

         parler

                                                      Parle de ton argent (30 sec)

Grammaire C

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp in onderstaande zin?

Le week-end dernier, j'ai acheté un vélo.

1. le week-end dernier
2. j'ai
3. un vélo
4. acheté

Vervang het lv:

Mes parents ont acheté une nouvelle voiture.

1. Mes parents l'ont acheté.
2. Mes parents les ont acheté.
3. Mes parents ont l'acheté.
4. Mes parents ont les acheté.

Vervang het lv en maak een nieuwe zin:

Mon frère a mangé tous les croissants.

Wat is het meewerkend voorwerp in onderstaande zin?

Mon père donne un vélo à mon frère.

1. mon père
2. donne
3. un vélo
4. à mon frère

Vervang het mwvp:

Mon frère a donné des fleurs à ma mère.

1. Mon frère elle a donné des fleurs.
2. Mon frère l'a donné des fleurs.
3. Mon frère lui a donné des fleurs.
4. Mon frère lui a donné des fleurs à ma mère.

Vervang het mwvp en maak een nieuwe zin:

J'ai envoyé une lettre à ma grand-mère.

Oefentoets

Maak de oefentoets van Chapitre 2.

Klaar? -> ga aan het werk met de onderdelen die je nog lastig vindt

Dinsdag 10 december : toets H2

Devoirs

• Herhalen H2
• Stel vrijdag je laatste vragen voor de toets.

Objectifs

Parler 

• Ik kan eenvoudige vragen stellen over alledaagse zaken.
  
• Ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen.
  
• Ik ken voldoende woorden rondom het thema 'mon argent'

Grammaire 

• Ik begrijp hoe je het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp kunt vervangen.
• Ik begrijp hoe je de passé composé maakt bij regelmatige werkwoorden.
• Ik begrijp hoe je het werkwoord venir gebruikt.

10 dec: toets H2

Wat gaat goed?

Waar moet je nog aandacht aan besteden?