HV1 Chap 3C

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

les verbes-er

aimer

arriver

chercher

commencer

danser

détester

écouter

habiter

parler

Vertaal:

praten

kopen

werken

leuk vinden / houden van

zoeken

kijken

een hekel hebben aan

beginnen

kijken

Vertaal:

geven

organiseren

helpen

vergeten

opschrijven / noteren

uitnodigen

e 

e  s

e  e  e

o  n  s 

e  z

e  n  t

Zeg en leer met ritme

Schrijf de uitgangen van de werkwoorden op -er op:

aimer

acheter

donner

détester

écouter

geven

luisteren

leuk vinden

kopen

geven

le présent

Je gebruikt best vaak "le présent" 

Maak de opdracht op de volgende dia.

Lever aan het eind deze opdracht in.

https:

les jours de la semaine

Ce sont les 7 jours de la semaine

( Dit zijn....)

0

les mois de l'année

Ce sont les 12 mois de l'année

21 décembre - 20 mars

l'hiver                       en hiver 

21 mars - 20 juin

le printemps              au printemps

21 juin - 20 september

l'été                         en été

21 septembre - 20 août

l'automne              en automne

16 Thomas

19 Valentin

10 Claire

03 le père

15 la mère

15 Lucas

le verbe "avoir"

=> hebben

       

Het werkwoord "hebben":

- is onregelmatig

AVOIR  =  hebben

j'ai  

tu as  

il a / elle a

on a

nous avons

vous avez

ils / elles  ont

Aantekeningen Chap 3C

Leer met ritme:

j'ai  A - I

tu as  A - S

il a

elle a

nous avons

vous avez

ils / elles  O - N - T

on a

1

2

Les devoirs:

Apprendre: VOCA A et VOCA B

Start op 1.35