Werkwoordspelling voltooid verleden tijd

Programma
- Kennis testen...
- Uitleg werkwoordspelling v.v.t. (zelfstandig of klassikaal)
- Oefenen (zelfstandig of in groepjes)
- Kennis testen 2...
- Evaluatie
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programma
- Kennis testen...
- Uitleg werkwoordspelling v.v.t. (zelfstandig of klassikaal)
- Oefenen (zelfstandig of in groepjes)
- Kennis testen 2...
- Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

Werkwoordspelling voltooid verleden tijd 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel: aan het eind van de les schrijf je de persoonsvorm in de voltooid verleden tijd correct


Ook weet je hoe je een tegenwoordig deelwoord en een voltooid deelwoord dat gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord moet schrijven.

Slide 3 - Diapositive

Even testen
Hoeveel van de 10 opgaven beantwoord jij correct?

Zet de persoonsvorm in de voltooid verleden tijd 
(of  tegenwoordig deelwoord of voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt)

Slide 4 - Diapositive

(verwaarlozen) Neil heeft zijn scooter jaren ............

Slide 5 - Question ouverte

(ruilen) Vorige week heeft Romy de kapotte jas ................

Slide 6 - Question ouverte

(beloven) Chris en Aryan hebben de klas een samenvatting ..........

Slide 7 - Question ouverte

(slagen) Richard is in een keer voor het examen .............

Slide 8 - Question ouverte

(verven) Romeo heeft de muren van het hotel ................

Slide 9 - Question ouverte

(doden) Lyndsey heeft met het zingen van liedjes de tijd ..............

Slide 10 - Question ouverte

(juichen) Jiade heeft bij elk goal .............

Slide 11 - Question ouverte

(lopen) Noortje heeft de hele weg naast haar fiets ........

Slide 12 - Question ouverte

(tegenwoordig deelwoord)

(lopen) .................. is Suhaidy naar huis gegaan.

Slide 13 - Question ouverte

(bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord)

(beantwoorden) Dylan legt de .............. brief op tafel.

Slide 14 - Question ouverte

Uitleg herhalen
- zelfstandig?
- of klassikaal?

Slide 15 - Diapositive

Hoe gaat het nu?
Hoeveel van de 10 vragen beantwoord je nu correct? Alle 10?!


Zet de persoonsvorm in de voltooid verleden tijd
(of tegenwoordig deelwoord of voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt)

Slide 16 - Diapositive

(inlassen) Klas FD4A1 heeft vanmiddag een extra pauze ...............

Slide 17 - Question ouverte

(zaaien) Yousra heeft verschillende bloemen .............

Slide 18 - Question ouverte

(duiken) Michiel is gisteren in het zwembad ..........

Slide 19 - Question ouverte

(lachen) ................. liep Ahmed naar buiten.

Slide 20 - Question ouverte

(aandurven) Iris heeft het onderbreken van de opnames niet ..............

Slide 21 - Question ouverte

(verkleuren) Thijmen verwijdert de ............. foto's uit het boek.

Slide 22 - Question ouverte

(verdelen) Richard en Lyndsey hebben het geld eerlijk ............

Slide 23 - Question ouverte

(bewaren) Romy heeft haar tekeningen van vroeger ...............

Slide 24 - Question ouverte

(verwachten) Suhaidy had zoveel ophef niet ..........

Slide 25 - Question ouverte

(onderhandelen) Meneer Vuuregge heeft lang over zijn positie .............

Slide 26 - Question ouverte

Wat vond je van deze les?
Is het lesdoel bereikt?

Slide 27 - Diapositive