H3 herhaling par 3.3 en 3.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

3.3 De islam ontstaat.

3.4 De handel groeit weer

Tijd van monniken en ridders

De islam ontstaat

• Kun je beschrijven hoe de islam ontstond.  
• Kun je vier kenmerken van de islam noemen
• Je kunt beschrijven hoe de islam zich verspreidde

de islam

• Ontstaan rond de 7e eeuw in het Midden-Oosten. 
• Heeft maar 1 God.
• Stichter van de islam: Mohammed. 

1. Het ontstaan van de islam

• Mohammed probeerde deze boodschap te verspreiden onder de bevolking van Mekka.
• Dit lukte niet, mensen bleven in hun natuurgoden geloven.
• Mohammed werd weggejaagd.
• In 622 vertrok Mohammed van Mekka naar Medina.
• Begin Islamitische jaartelling.
  

2. Kenmerken van de islam (4)

1. Moslims hebben een heilig boek, de Koran

2. Moslims geloven dat er 1 god is, en dat Mohammed de laatste profeet is.

3. Er zijn 5 belangrijke leefregels (de 5 zuilen)

4. Moslims komen op vrijdagmiddag bijeen om te bidden in een moskee.

De leefregels van de islam

Vijf zuilen:

• geloven in de enige god Allah.
• vijf keer per dag bidden, met je gezicht naar Mekka.
• armen en zieken helpen.
• niet eten en drinken van zonsopkomst tot zonsondergang in de vastenmaand ramadan.
• een bedevaart maken naar Mekka.
  

3. Verspreiding van de islam

Mohammed verspreidde de islam rond Mekka en Medina 

tot zijn dood in 632

Zijn opvolgers veroverden grote delen van het Midden Oosten, Noord Afrika en Spanje

Verspreiding van de islam

Zelfde god: Joden en Christenen hoeven zich niet te bekeren.

Betalen wel belasting en kunnen geen belangrijke functie in het leger of bestuur krijgen.

Veel mensen bekeerden zich daarom tot de islam.

p4 De handel groeit weer

leerdoelen

• Je kunt uitleggen waarom de landbouwproductie steeg en de handel en de steden weer groeide. 
• Je kunt de vier sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en uitleggen wat een gilde was.
• Je kunt uitleggen dat burgers van middeleeuwse steden machtiger werden. 

p4 begrippen

drieslagstelsel                  stadsrechten

ontginnen                           schout

Hanze                                    schepenen

geldeconomie                   stedelijk-agrarische samenleving (H)

gilde

meester                       

gezel                                         

1. Waarom steeg de landbouwproductie?

Nieuwe landbouwtechnieken:

1.  Drieslagstelsel

2.  Ontginnen van woeste gronden

3. Betere bemesting

4. Uitvinding van keerploeg  en trekspan

1. Hoe ontstonden en groeiden steden?

Meer oogst = meer voedsel 

Bevolking groeit + overschot voedsel  kan men verkopen             

Dat gebeurde op plekken waar veel mensen waren of kwamen:

kruispunten van wegen en rivieren, kastelen of kloosters     

2. De sociale lagen in een middeleeuwse stad

1. Rijke kooplieden en meesters van een gilde
2. Winkeliers en ambachtslieden
3. mensen zonder vast werk, vaak arm
4. oude en zieke mensen

Wat is een gilde?

Als je een beroep wilde leren moest je bij een gilde.

Gildes legden vast hoe een produkt gemaakt moest worden.

Hoeveel het moest kosten.

Hoeveel gildemeesters er mochten zijn.

Je begon als gezel, dan leerling, en tenslotte meester.

Leden van een gilde steunden elkaar bij ziekte of overlijden.

Gilde

Groep mensen in een stad met het zelfde beroep

leerling

gezel

Meester

3:Burgers werden steeds machtiger

Stadsrechten 

• Eigen regels en wetten
• Eigen rechtspraak
• Recht om een stadsmuur te bouwen
• Recht om een markt te houden

Stadsrechten werden gekocht van de heer. 

Burgers werden steeds machtiger

Rechtspraak

schout: voorzitter van de rechtbank, benoemd door heer

schepenen: andere rechters, benoemd door rijke burgers

Bestuur

schout en schepenen

Je kunt uitleggen dat burgers van middeleeuwse steden machtiger werden

Eerst: Stad wordt bestuurd door heer van het gebied.

De heer geeft de stad stadsrechten:

(eigen bestuur, rechtspraak, verdediging, markt)

Handelaren in de stad worden steeds rijker en machtiger door de handel en goede verdediging van de stad.

Waarom stadrechten? inkomsten uit belasting voor de heer, steden te vriend houden.

Je kunt vier sociale lagen noemen in een middeleeuwse stad

1. Rijke kooplieden / Meesters van (rijke) gilden

2. Ambachtslieden en winkeliers

3. Mensen zonder vast werk. (Armen)

4. oude en zieke mensen (Bedelaars)

Controle vragen 

• Wat zijn de vier sociale lagen?
• Wat is een gilde? 
• Wat zijn meesters en gezellen? 
• Wat is de functie van de regels die de gildes maakte?
• Wat zijn stadsrechten?
• Wat is een schout en wat zijn schepenen?

Hoe heet het heilige boek van de moslims?

1. De Bijbel
2. De Koran
3. De Thora

Op vrijdagmiddag komen moslims bijeen in hun gebedshuis.
Hoe heet dit gebedshuis?

1. Een kerk
2. Een moskee
3. Een synagoge

Welke godsdienst is ouder?

1. Christendom
2. Islam

Naar welke plaats moeten moslims een bedevaart maken?

1. Mekka
2. Medina
3. Jeruzalem
4. Rome

Naar welke plaats vlucht Mohammed?

1. Mekka
2. Medina
3. Jeruzalem
4. Rome

Hoe gingen moslims om met de inwoners van de veroverde gebieden?

1. Zij moesten verplicht moslim worden
2. Niet-moslims moeten een extra belasting betalen
3. Mensen mochten hun eigen geloof behouden
4. Niemand mocht meer varkensvlees eten

Welke gebieden veroverden moslims?

1. Noord-Afrika
2. Midden-Oosten
3. Spanje
4. Alle antwoorden zijn juist

Waarmee begint de islamitische jaartelling

1. Mohammed geboren
2. Mohammed vertrekt naar Medina
3. Mohammed vertrekt naar Mekka
4. sterfdag Mohammed

Noem 2 van de vijf zuilen van de Islam

Noem 2 kenmerken van de Islam

Wat was een voordeel als je jezelf liet bekeren tot de Islam?

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?

1. De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
2. De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
3. Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
4. De boeren gebruikten betere werktuigen.

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag

Maak de oefeningen online. Dit is een goede oefening

Maak test je zelf.

Vul de begrippenlijst in in je snelhechter

Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.

1. Waar
2. Niet waar