eindexamen schrijven vmbo-kader

Schrijfvaardigheid
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Schrijfvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

Waarop wordt een brief of artikel beoordeeld?

Slide 2 - Carte mentale

De meest gemaakte taalfouten

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Formuleerfouten

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Indeling Zakelijke mail
Bij je eindexamen krijg je of:
- een mail;
- een brief;
- een artikel;

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Indeling zakelijke brief
Met klacht of verzoek

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Indeling artikel
Inleiding- aanleiding artikel--------------> 1 alinea
Kern - deelonderwerp 1-------------------> 2 of 3 alinea's
            - deelonderwerp 2
             - deelonderwerp 3
Slot- samenvatting, conclusie of advies--> 1 alinea

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Lien



Spelling
Omdat je in de examens ook beoordeeld wordt op spelling, gaan we daar nu mee aan de slag.

We beginnen met werkwoordspelling.
Eerst weer wat quizvragen!

Slide 14 - Diapositive

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 15 - Quiz

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 16 - Quiz


Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het werkwoord?
Hij (landen) op Schiphol.
A
land
B
landt

Slide 18 - Quiz

Wanneer en waarvoor gebruik je
'
'T ex kofschip/ ' t sexy fokschaap ?

Er zijn meer antwoorden goed
A
Bij de spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord
B
Als je bij de persoonsvorm in de verleden tijd niet hoort of de laatste letters -te of -de zijn
C
Als je het onderwerp zoekt
D
Om de persoonsvorm te vinden

Slide 19 - Quiz

Maken:
www.examensite.nl

Slide 20 - Diapositive