Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
LE 4.7 Herhalingen
Vrouwelijke geslachtsorganen
Zwangerschap en bevalling
Gezonde en zieke pasgeborene
Voorbehoedsmiddelen
SOA's
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is géén primair vrouwelijk geslachtskenmerk?
A
Ovarium
B
Vulva
C
Uterus
D
Het zijn alle drie primaire geslachtskenmerken
Slide 3 - Quiz
Welke hormonen komen er tijdens de vrouwelijke cyclus voor?
A
oxytocine en prolactine
B
prolactine en adh
C
progesteron en oestrogeen
D
adh en angiotensine
Slide 4 - Quiz
het myometrium is...
A
het baarmoederslijmvlies
B
de spierlaag van de baarmoeder
C
een "vleesboom"
D
een vrouwelijk hormoon
Slide 5 - Quiz
bij de geboorte van een meisjesbaby
A
zijn alle inwendige geslachtsorganen al aangelegd
B
is nog geen enkel vrouwelijk geslachtsorgaan aangelegd
C
is een deel van de vrouwelijke geslachtsorganen aangelegd
D
alle antwoorden zijn fout
Slide 6 - Quiz
De cervix is....
A
De baarmoedermond
B
De baarmoederhals
C
De "koepel"van de baarmoeder
D
Het baarmoederlichaam
Slide 7 - Quiz
Wat is een gonadotrope hormoon?
A
Het hormoon dat de borstvoeding stimuleert
B
Hormoon dat weeën opwekt
C
Hormoon dat de eisprong bespoedigd
D
Een hormoon dat geslachtsklieren aanzet tot hormoonproductie
Slide 8 - Quiz
De fase in de cyclus waarin het baarmoederslijmvlies zich sterkt ontwikkelt noemt men
A
De premenstruele fase
B
De menarche
C
De proliferatiefase
D
De secretie fase
Slide 9 - Quiz
Na de geslachtsgemeenschap hebben de zaadcellen een levensduur van ongeveer
A
24 uur
B
1 a 2 dagen
C
4 tot 6 dagen
D
meer dan een week
Slide 10 - Quiz
Tijdens de zwangerschap neemt het bloedvolume van de zwangere toe met
A
5 tot 10 %
B
8 tot 12 %
C
12 a 15%
D
20 tot 30 %
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
De zwangere komt niet alleen in gewicht aan omdat er een kindje in haar groeit maar door meerdere oorzaken. Hoeveel kan een zwangere gemiddeld in gewicht toenemen?
A
4 tot 6 kilo
B
6 tot 8 kilo
C
10 tot 13 kilo
D
20 tot 25 kilo
Slide 13 - Quiz
Het typische zwangerschapshormoon waar ook de zwangerschapstest op gebaseerd is, heet
A
progesteron
B
prolactine
C
oestrogeen
D
humaan choriongonatropine
Slide 14 - Quiz
Wat versta je onder het verstrijken van de portio?
A
Het vlakker worden en zich uiteindelijk openen van de baarmoedermond
B
De uitdrijvingsfase (persen)
C
De tijd die nodig is om de baarmoeder te ontsluiten
D
De tijd tussen geboorte en nageboorte
Slide 15 - Quiz
Als een vrouw zwangerschapslusten heeft, dan heeft ze zin in
A
bitterballen
B
seks
C
augurken
D
drop
Slide 16 - Quiz
Bij een baby is zijn de schedelbeenderen nog niet volledig vergroeid, de grote openingen nemen we de
A
perimeters
B
fontanellen
C
allelen
D
organellen
Slide 17 - Quiz
Als een zwangerschap voldragen is dan noemen we dat
A
préterme
B
matuur
C
á terme
D
serotien
Slide 18 - Quiz
De bloedsomloop van een ongeboren baby is beduidend anders dan na de geboorte. We noemen dit de
A
embryonale circulatie
B
de foetale circulatie
C
de prenatale circulatie
D
de antenatale circulatie
Slide 19 - Quiz
Welke vorm van anticonceptie zorgt dat het eitje niet door de eileider kan?
A
Het spiraaltje
B
Sterilisatie
C
Het pessarium
D
Coitus interruptus
Slide 20 - Quiz
Welke oorzaken kunnen er zijn waardoor zwanger worden wordt bemoeilijkt?
Slide 21 - Question ouverte
Als de vrouw goed in partu is dan maakt het lichaam eigen pijnstillers aan, dit noemen we ....
A
gonadotrofinen
B
endorfinen
C
proliferinen
D
adeptinen
Slide 22 - Quiz
Deze quiz is...
A
Nog niet op de helft
B
Ruim over de helft
C
Aan het einde
D
Nog maar net begonnen
Slide 23 - Quiz
Deze quiz was.... (meerdere antwoorden mogelijk)
A
erg leuk
B
briljant
C
een tragisch dieptepunt
D
kapot triest
Slide 24 - Quiz
Maar nu zonder gein, hoe was deze manier van toetsen?