Spelling oefenen blok 1 t/m 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Inhoud

In deze les herhalen we alles van spelling blok 1 t/m 5. 

• Werkwoorden
• Bijvoeglijke naamwoorden
• Meervoud van zelfstandige naamwoorden
• Citaten

Wat is de stam van dit werkwoord?
Beloven

1. beloven
2. belov
3. belof
4. beloof

Wat is de stam van dit werkwoord?
straffen

1. straffen
2. straf
3. straff

Voor welke tijd heb je het kofschip nodig?

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd

Wat is de regel van het Kofschip?

Welke regel gebruik je voor werkwoorden in de tegenwoordige tijd?

Hij (worden) arts later. (TT)

In April (regenen) het vaak veel. (TT)

Het (gebeuren) te vaak op dit moment. (TT)

Het (gebeuren) te vaak op dit moment. (TT)

Ik heb me aan de kaars (verbranden)

Jullie hebben netjes recht (knippen)

Dat is vorige week al (gebeuren)

Kies de goede vorm van het Engelse werkwoord: in de VT
Ik (barbecueën)

1. barbecuede
2. barbecueëde

Kies de goede vorm van het Engelse werkwoord: in de VT
Hij (grillen)

1. grilde
2. grilte

Kies de goede vorm van het Engelse werkwoord: in de VT
jullie (daten)

1. daten
2. dateten

Klankveranderende werkwoorden

Klankvaste werkwoorden

lachen

lopen

hebben

kijken

drinken

accepteren

blijven

bezorgen

staan

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord correct: De (verbranden) vinger

1. verbrandde
2. verbrande
3. verbranden

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord correct: Het (mooi) meisje

1. mooie
2. mooien
3. mooi

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord correct: Het (kreuken) papier

1. gekreukt
2. gekreukten
3. gekreukte

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord correct: De (zilver) ring

1. zilver
2. zilvere
3. zilveren

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord correct: het (testen) product

1. getest
2. geteste
3. getestte

Klemtoon op andere lettergreep

Dus ë op bestaande e. 

Klemtoon op ie

dus +ë

olie

kolonie

kopie

epidemie

fobie

amfibi

bacterie

knie

porie

Kies de goede schrijfwijze.

1. verukkelijk
2. verrukkelijk

Kies de goede schrijfwijze.

1. raport
2. rapport

Kies de goede schrijfwijze.

1. capaciteit
2. cappaciteit

Kies de goede schrijfwijze.

1. capaciteit
2. cappaciteit

Kies de goede schrijfwijze.

1. suporter
2. supporter

Kies de goede schrijfwijze.

1. sieraad
2. sierraad

Kies de goede schrijfwijze.

1. karikatuur
2. karrikatuur

Wat is de samenstelling van:
kraal & ketting

Wat is de samenstelling van:
dorp & winkel

Wat is de samenstelling van:
zon & bank

Wat is de samenstelling van:
ster & stelsel

Kies de goede schrijfwijze van het woord tussen haakjes.
(sommige) bleven langer op school.

1. sommige
2. sommigen

Kies de goede schrijfwijze van het woord tussen haakjes.
Ik heb ze (alle) opgeruimd.

1. alle
2. allen

Kies de goede schrijfwijze van het woord tussen haakjes.
De honden zijn de (enige) die slapen

1. enige
2. enigen

Kies de goede schrijfwijze van het woord tussen haakjes.
(Verscheidene) vlinders zijn al uit hun cocon.

1. verscheidene
2. verscheidenen

Citaten

Je kunt citaten in zinnen aangeven door '... ' of : '...' te gebruiken. 

'Nee! Dat wil ik niet!', zei Jamie tegen de dokter.

Ik zei tegen de badmeester: 'Kijk! Daar is iemand aan het verdrinken!'

Dit gaan we oefenen met de zinnen van opdracht 4 op p. 254

Geef het citaat op de goede manier aan in de zin:
de dame riep boos ik lust geen tomatensoep

Geef het citaat op de goede manier aan in de zin:
verbaasd vroeg de docent zich af waar ik nu de stift had neergelegd.

Geef het citaat op de goede manier aan in de zin:
geef hier schreeuwde het boze meisje.

Geef het citaat op de goede manier aan in de zin:
wie heeft met zijn modderschoenen door het huis gelopen vroeg mijn moeder.

Geef het citaat op de goede manier aan in de zin:
de buurvrouw liep door de tuin en riep eten.