les 2 - Decompositie

les 2 - Computational Thinking

Decompositie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

les 2 - Computational Thinking

Decompositie

Slide 1 - Diapositive

Wat is CT ook al weer?
De vaardigheden om een probleem uit te pluizen en een stappenplan bedenken die door een computer uitgevoerd kan worden.

Slide 2 - Diapositive

Opfrissen: Wat zijn de 4 stappen van computation thinking?

Slide 3 - Question ouverte

Opfrissen
  1. Probleem opdelen in kleinere onderdelen = decompositie
  2. Patronen in de onderdelen zoeken = patroon herkenning
  3. Onnodige details weglaten = abstraheren (=abstract maken)
  4. Stapplan waarmee probleem opgelost wordt = algoritme

Slide 4 - Diapositive

Waarom is decompositie handig als je een ingewikkeld probleem wil oplossen?

Slide 5 - Question ouverte

Meer decompositie!
Vandaag:
Oefenen met opdelen van grote taken of problemen 
in kleine onderdelen

Slide 6 - Diapositive

Wentelteefjes bakken
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

Slide 7 - Question de remorquage

De dozen piramide

Slide 8 - Diapositive

Hoeveel stukken papier zijn er nodig van elke grootte?

Slide 9 - Diapositive

Hoe splits je de puzzle op?

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
Maak de uitgedeelde opdracht in tweetallen.
Schrijf ook de stappen op om de juiste aantallen van x, y en z te bepalen 
De resultaten bespreken we klassikaal 
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Bespreking
  1. Zijn deze puzzels makkelijk in één oogopslag op te lossen OF na opsplitsen in onderdelen?
  2. Lukte het soms ook om de hele puzzel in één keer te berekenen? 
  3. Kwam het ook voor dat het makkelijker was om eerst de puzzel in onderdelen op de delen?
  4. Zijn er andere uitdagingen in je leven die makkelijker zijn op te lossen door eerst op te splitsen?

Slide 12 - Diapositive

Uitwerking puzzel 4

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Opdracht 
Je bent postbode en je moet post bezorgen.

a. Schrijf op uit welke onderdelen 'post bezorgen' bestaat.
b. Vergelijk jouw uitwerking met die van je buur. 
c. Bespreek de verschillen met elkaar en vul je onderdelen aan als er nog onderdelen ontbraken.


timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Opdracht
Je wilt je ouders helpen door een klusje thuis help te doen.

a. Schrijf de onderdelen op waaruit die taak bestaat.
b. Vergelijk weer jouw uitwerking met die van je buur.
c. Bespreek de verschillen met elkaar en vul je onderdelen zo nodig aan.
timer
5:00

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Je staat onvoldoende voor een vak en je wilt in de volgende periode betere cijfers halen. Welke stappen onderneem je?

a. Schrijf de onderdelen op waaruit die taak bestaat.
b. Vergelijk weer jouw uitwerking met die van je buur.
c. Bespreek de verschillen met elkaar en vul je onderdelen zo nodig aan.
timer
5:00

Slide 16 - Diapositive