TL-2: 9.1 ongezond

Hoofdstuk 9: Gezondheid
Gezondheid
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 9: Gezondheid
Gezondheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Wat gaan we deze periode doen?
Paragraaf 3.1: Ongezond
Quiz 3.1
Video

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze periode
Verslag (1x): Puberdagboek (SO-cijfer)

Toets (2x): H9 - Gezondheid
Tentamen (3x): H11 - Voortplanting

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

9.1: Ongezond
Gezondheid

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
Je kunt uitleggen wat een gezonde leefstijl is

Je kunt de verschillende soorten genotmiddelen benoemen.
Je kunt uitleggen wat het woord verslaving betekent. 
Je kent de verschillende manieren waarop je afhankelijk kan zijn van genotmiddelen. 
Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van roken, alcohol en drugs.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leefstijl
  • Manier van leven:
  • Al je gewoontes van eten, drinken, roken, slapen, werk, bewegen en ontspannen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezonde leefstijl?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genotsmiddelen?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaafd
(ander woord: Afhankelijk)

Wanneer je niet meer zonder een bepaalde stof uit genotmiddelen kunt.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer je verslaafd bent ben je 
AFHANKELIJK geworden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 manieren van afhankelijkjheid
  • Lichamelijk afhankelijk
    (stoppen = lichamelijke klachten)

  • Geestelijk afhankelijk
    (denkt constant aan middel)

  • Sociaal afhankelijk
    (mist contact met andere gebruikers)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten
9.1: 3, 5, 6
(klaar? 1, 4 en 7)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alcohol
Verdooft je hersenen, daardoor reageer je minder goed. 

Veel en vaak drinken veroorzaakt blijvende schade aan hersenen, lever en andere organen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het effect van alcohol

De 5 verschillende fasen:

- Ontspannen, ontremd -> 1-3 glazen

- Aangeschoten -> 3-7 glazen

- Dronken, zat -> 7 - 15 glazen

- Laveloos -> 15 - 20 glazen

- Knock-out -> 20 - 25+ glazen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom blijf je niet de hele tijd dronken?
  • Je lever breekt alcohol af
  •  Ongeveer 1.5 uur / glas

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Schadelijke stoffen roken
Nicotine - verslavende stof en vernauwt bloedvaten

Koolstofmonoxide - neemt de plaats van zuurstof in je bloed in, waardoor je cellen minder zuurstof krijgen. Je wordt hierdoor sneller moe.

Teer - beschadigt trilhaartjes in de luchtwegen, maakt longblaasjes kapot (longemfyseem) en verhoogt de kans op longkanker.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken 
Opdrachten: 9, 10, 12, 14, 15

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drugs?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 soorten drugs
  • Verdovende middelen - Laten je hersenen trager werken, versuffend. Verminderen pijn, angst. Voorbeeld: alcohol, heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj, wiet.

  • Stimulerende middelen - Laten je hersenen sneller werken. Voorbeelden: nicotine, cafeïne, cocaïne, speed, xtc.

  • Bewustzijn veranderende middelen - Laten je hersenen anders werken. De werkelijkheid beleef je anders. Paddo's , lsd, lachgas, hasj en wiet



Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Harddrugs en softdrugs
Drugs kunnen worden opgedeeld in harddrugs en softdrugs

  • Softdrugs zijn middelen die verslavend werken. Als je het vaak genoeg gebruikt dan is de kans groot verslaafd te raken.

  • Harddrugs zijn middelen die zeer verslavend werken. Als je het een paar keer hebt gebruikt dan kan je al verslaafd raken.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwennings-
verschijnselen
Je begint te zweten
Je begint te trillen
Je kunt koorts krijgen
Je kunt misselijk worden
Je kunt hoofdpijn krijgen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkicken is heel moeilijk
Veel mensen proberen van hun verslaving af te komen.

De ontwenningsverschijnselen zijn erg heftig, je voelt je lichamelijk erg ziek.

Je kan het een beetje vergelijken als je honger hebt. Je bent moe, chagrijnig en hebt continu de behoefte aan eten. Maar dit gevoel heb je dan dagen (soms weken) lang.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
19, 21, 23
Huiswerk: 3, 5, 6, 9, 10, 12, 14, 15, 19, 21, 23

Klaar? Maak de hele paragraaf

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je al je gewoontes van eten, drinken, roken, slapen, (school)werk, bewegen en ontspannen?
A
Leven
B
Gezond
C
Leefstijl
D
Ongezond

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke afhankelijkheid krijg je ontwenningsverschijnselen?
A
Lichamelijk afhankelijk
B
Geestelijk afhankelijk

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 4 verschillende soorten genotmiddelen.

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel % meisjes van
14 jaar heeft alcohol
gedronken?
A
10
B
20
C
30
D
40

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof in sigaretten zorgt ervoor dat je verslaafd raakt?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leefstijl
Genotsmiddelen
Lichamelijk afhankelijk
Geesetelijk afhankelijk
Nicotine
al je gewoontes van eten, drinken, roken, slapen, (school) werk, bewegen en ontspannen.
Mensen gebruiken genotmiddelen om zich beter te voelen, ze krijgen er een lekker gevoel van.
Je lichaam heeft het genotmiddel nodig om te kunnen functioneren
Je hebt het gevoel dat je niet zonder het genotmiddel kunt
Een verslavende stof

Slide 37 - Question de remorquage

Advance organizer Begrippen
Als je trillende handen krijgt omdat je een tijd niet hebt gerookt ben je....
A
Geestelijk afhankelijk
B
Lichamelijk afhankelijk

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk orgaan wordt erg beinvloed door het gebruik van alcohol?
A
Hart
B
Maag
C
Hersenen
D
Ogen

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor risico loopt je slokdarm bij het veel gebruiken van alcohol?
A
Misselijkheid
B
Slokdarmkanker
C
Irritatie

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze stof laatje hersenen trager werken, versuffend. Verminderen pijn, angst. Voorbeeld: alcohol, heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj, wiet.
A
Stimulerende middelen
B
Alle drugs
C
Verdovende middelen
D
Hallucinerende middelene

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof uit sigaretten neemt de plek in van zuurstof in je bloed?
A
Nicotine
B
Koolstofmonooxide
C
Teer

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions