3.7 Bedrijvende en lijdende vorm - les 1 + 2

3.7 Bedrijvende / lijdende vorm - les 1
Twee lessen:

- je kunt onderscheid maken tussen
de bedrijvende en lijdende vorm (les 1)

Morgen les 2.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3.7 Bedrijvende / lijdende vorm - les 1
Twee lessen:

- je kunt onderscheid maken tussen
de bedrijvende en lijdende vorm (les 1)

Morgen les 2.

Slide 1 - Diapositive

Bedrijven en lijden

Wat betekenen deze woorden eigenlijk?

Als de dat helder hebt, is het makkelijker
om het verschil te onthouden.

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij het werkwoord
BEDRIJVEN

Slide 3 - Carte mentale

Waar denk je aan bij het werkwoord
LIJDEN

Slide 4 - Carte mentale

a. De dieven hebben mijn laptop gestolen.
b. Mijn laptop is door de dieven gestolen.

Wat valt je op aan het zinsdeel 'de dieven'?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

a. De dieven hebben mijn laptop gestolen.
b. Mijn laptop is door de dieven gestolen.

In welke zin doet het onderwerp echt iets?
A
A
B
B

Slide 7 - Quiz

Filmpje in Talent

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Het gras van onze tuin werd door de hovenier gemaaid.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 10 - Quiz

De rechercheur vond bloedspetters op de muur van de keuken.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 11 - Quiz

Dit werkstuk is door vier leerlingen uit mijn klas gemaakt.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 12 - Quiz

3.7 Bedrijvende / lijdende vorm - les 2
Twee lessen:

- je kunt zinnen met een lijdende vorm
herschrijven naar de bedrijvende vorm en omgekeerd (les 2)

Slide 13 - Diapositive

De lijdende vorm herken je aan...
(meer dan 1 antwoord mogelijk)
A
door-bepaling
B
hulpwerkwoord
C
voltooid deelwoord
D
lijdend voorwerp in de zin

Slide 14 - Quiz

De bedrijvende vorm herken je aan...
(meer dan 1 antwoord mogelijk)
A
lijdend voorwerp in de zin
B
geen hulpwerkwoord/ voltooid deelwoord
C
actief onderwerp
D
door-bepaling

Slide 15 - Quiz

Wis je alle mailadressen van je oude vrienden uit je bestand?
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 16 - Quiz

De brief werd door de brievenbus gegooid.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 17 - Quiz

Waarom?

noemen ze de bedrijvende vorm ook wel de actieve vorm?

noemen de de lijdende vorm ook wel de passieve vorm?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Zet om van bedrijvend naar lijdend:
Timo heeft tijdens de tekenles een mooie tekening gemaakt.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Passieve zinnen 
actief
We verkopen onze spullen.
passief
We hebben de spullen verkocht.
imperfectum
imperfectum
imperfectum
imperfectum
We verkochten onze spullen.
We hadden de spullen verkocht.
Onze spullen worden verkocht.
Onze spullen werden verkocht.
De spullen zijn verkocht.
De spullen waren verkocht.

Slide 24 - Diapositive

Zet om van lijdend naar bedrijvend:
De hoge torens zijn door de deelnemers van Lego Masters gemaakt.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Zet om:
De piano wordt elk jaar door de pianostemmer gestemd.

Slide 27 - Question ouverte

Ik kan onderscheid maken tussen de bedrijvende en de lijdende vorm.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Ik kan de zinnen herschrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage