3.2 Crisis en ontevredenheid

Het interbellum
3.2 Crisis en ontevredenheid
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het interbellum
3.2 Crisis en ontevredenheid

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
Je kan de staatkundige kaart van Europa, behorend bij deze periode herkennen en veranderingen verklaren.

Je kan enkele bepalingen van de Vrede van Versailles herkennen en noemen.

Je kan de gevolgen van de economische crisis voor het vertrouwen in de democratie in Europa en in het bijzonder voor Duitsland herkennen en beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Welke straffen kreeg Duitsland in het Verdrag van Versailles?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

De Vrede van Versailles
Duitsland wordt zwaar gestraft
  • Duitsland moet grondgebied afstaan aan Frankrijk (Elzas-Lotharingen) en andere buurlanden.
  • Duitsland moet zijn kolonies afstaan.
  • Duitsland mag enkel een beroepsleger hebben van 100.000 soldaten en geen luchtmacht.
  • Duitsland moet hoge herstelbetalingen doen.

Slide 5 - Diapositive

De Vrede van Versailles
Gevolgen van de Vrede van Versailles
  • Het Rijnland en Rurhgebied worden door Frankrijk bezet om herstelbetalingen af te dwingen.
  • Er is hyperinflatie (extreme stijging van de prijzen) omwille van de herstelbetalingen.
  • Er is een zware economische crisis.
  • Er is politieke onrust in de jonge democratie (bv. mislukte staatsgreep Nazi's in 1923)

Slide 6 - Diapositive

Republiek van Weimar
Ontstaan
  • Opgericht in 1918 na het aftreden van keizer Wilhelm II.
  • Parlementaire democratie met een president als staatshoofd.

Slide 7 - Diapositive

Republiek van Weimar
Problemen
Economische onrust door herstelbetalingen WO I:
  • Regering liet geld bijdrukken om herstelbetalingen te betalen.
  • Hierdoor ontstond hyperinflatie.

Politiek onrust:
  • Pogingen tot staatsgrepen van communisten, nationalisten, separatisten, ...
  • Bierkellerputsch in Munchen (1923): poging tot staatsgreep door NSDAP

Slide 8 - Diapositive

Hitlers mislukte staatsgreep
Dolkstootlegende
In Duitsland ontstaat de dolkstootlegende:
Het Duitse leger had de oorlog kunnen winnen maar werd verraden door zijn eigen regering. Die regering sloot, tegen een hoge prijs, vrede met de Geallieerden.

  • Dit is een legende. Het Duitse leger was uitgeput en er heerste hongersnood.
  • Wantrouwen tegenover democratische regering.
  • Hitler gelooft heel sterk in deze legende.

Slide 9 - Diapositive

Hitlers mislukte staatsgreep
Bierkellerputsch (1923)
Wat?
  • NSDAP pleegt in München een staatsgreep onder leiding van Hitler.
  • Leger steunt de staatsgreep niet en neemt Hitler gevangen.
  • Hitler wordt veroordeeld voor 5 jaar... maar komt na 1 jaar vrij.
Gevolgen?
  • Het proces geeft Hitler nationale bekendheid.
  • Hitler schrijft Mein Kampf (mijn strijd).

    Slide 10 - Diapositive

    Dawesplan
    Problemen
    Problemen voor Duitsland
    • Duitsland kent economische crisis
    • Duitsland kan zijn herstelbetalingen niet doen wegens te lage belastingopbrengsten.

    Problemen voor VS
    • Frankrijk en Groot-Brittannië hebben oorlogsschulden bij de VS.
    • Weinig handel (export) tussen Europa en VS.


      Slide 11 - Diapositive

      Dawesplan
      Schema

      DUITSLAND
      FRANKRIJK
      VS
      herstelbetalingen uit belastingsgeld
      oorlogsschulden
      + handel met VS
      leningen voor opbouw economie

      Slide 12 - Diapositive

      Dawesplan
      Problemen
      Oplossing
      • De VS leent geld aan Duitsland om de economie opnieuw op te bouwen.
      • Duitsland heeft meer belastinginkomsten (betere economie) en kan herstelbetalingen doen.
      • Frankrijk kan oorlogsschulden in VS aflossen en Amerikaanse producten kopen.

      Hierdoor herleeft de Duitse economie en komt er politieke rust in de Weimarrepubliek.

      Slide 13 - Diapositive

      Crisis in de Verenigde Staten
      Beurskrach van Wallstreet
      • Overproductie in landbouw.
      • Overwaardering aandelen:
          1. Mensen kopen met geleend geld aandelen, waardoor de prijs van aandelen stijgt.
         2. Mensen kopen nog meer aandelen, waardoor de prijs van aandelen verder stijgt.
         3. Bedrijven zijn op papier meer waard dan in werkelijkheid
         4. Mensen dumpen massaal hun aandelen, waardoor de prijs van aandelen keldert.
         5. Mensen kunnen leningen niet langer terugbetalen en banken gaan failliet.

      Slide 14 - Diapositive

      Crisis in de Verenigde Staten
      Gevolgen crisis
      hogere belasting
      minder winst
      arbeiders ontslagen
      stijging
      werklozen
      minder koopkracht
      daling verkoop

      Slide 15 - Diapositive

      Een sterke leider
      Onvrede bevolking
      In Duitsland verlengt men opnieuw naar een sterke leider in plaats van naar democratie:
      • Economische crisis VS (1929) treft ook de rest van de wereld.
      • Gekrenkte trots door Vrede van Versailles.

      Slide 16 - Diapositive

      Fascisme
      Benito Mussolini
      In 1922 grijpt Benito Mussolini de macht in Italië. Het land wordt een totalitaire dictatuur:
      • Einde democratie met Mussolini als leider.
      • Censuur en propaganda zorgen voor indoctrinatie.
      • Tegenstanders worden met geweld aangepakt.

      Slide 17 - Diapositive

      Fascisme
      Kenmerken
      • Leider (Il Duce) is alleenheerser (leiderbeginsel).
      • Nationalisme.
      • Geweld wordt verheerlijkt.

      In tegenstelling tot het nationaal-socialisme kent het fascisme in oorsprong geen rassenleer of anti-semitisme.

      Slide 18 - Diapositive