Les 2: Hoe gebruik je een agenda?

• Burgerschap
• Studievaardigheden
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

	Vak: Burgerschap Les: 2. Hoe gebruik je een agenda?
1.	Lesopening
2.	Lesdoelen
3.	Arrangementen & mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je klapper van burgerschap op tafel.

Je krijgt van mij een kopieerblad die je in klapper doet. 

Huiswerk controle:

-

2. Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

- kun je uitleggen waarom een agenda handig is; 

- kun je afspraken in je agenda zetten; 

- kun je huiswerk in je agenda zetten;

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Leerlingen

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Leerlingen

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Leerlingen

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Er is geen mini-check vandaag. Iedereen doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Wat heb je aan deze les?

In deze les leer je hoe je afspraken en huiswerk in je agenda zet. Dat is handig, want zo vergeet je nooit meer wat je moet doen! 

Start

a. Doe deze opdracht met de klas

- Je docent stelt steeds een vraag.

- Je mag het antwoord opzoeken, bijvoorbeeld in je agenda.

- Weet je het antwoord, ga dan zo snel mogelijk staan. 

- De docent vraagt een aantal leerlingen hoe ze het antwoord wisten.

Start

b. Beantwoord de vragen. 

Volg de pijlen in het schema. 

Wist jij alle antwoorden uit je hoofd?

Ja

Wow, dat is knap! Zet je ook weleens dingen in je agenda? Dan hoef je niet alles te onthouden. 

Nee

Kon je de antwoorden die je niet wist opzoeken? 

Ja

Waar heb je het antwoord opgezocht?

In mijn agenda. 

Ergens anders, namelijk: 

______________________

Nee

Kijk, daarom is het handig om een agenda te gebruiken! Dan weet je altijd wat je wanneer moet doen

Goed om te horen dat je al een agenda gebruikt! 

Slim dat je wist waar je het antwoord kon vinden. Het handige van een agenda is dat je alles op één plek hebt. 

Kern

	afkorting
Nederlands
Engels
wiskunde
lichamelijke opvoeding

	afkorting
hoofdstuk
bladzijde
opdracht
maken
leren

a. Ga zelfstandig invullen welke afkortingen er horen bij de vakken die jij krijgt. 

Vul ook de afkortingen in die horen bij woorden die je vaak gebruikt in je agenda. 

Kern

b. Zet de afspraken in de agenda op je werkblad, zoals hierlangs. 

• Dinsdag: om 19:00 voetbaltraining
• Maandag: oma jarig
• Woensdag: om 15:00 naar de tandarts

Kern

c. Zet het lesrooster hieronder in de agenda. Gebruik afkortingen! 

Lesrooster maandag

Lesuur 1: geen les

Lesuur 2: Nederlands

Lesuur 3: wiskunde

Lesuur 4: lichamelijke opvoeding

Lesuur 5: Engels

Lesuur 6: tekenen

Kern

3. Zet het huiswerk in de agenda hieronder

Gebruik afkortingen! 

Huiswerk voor maandag

Nederlands: hoofdstuk 2, bladzijden 30 en 31 lezen.

Wiskunde: hoofdstuk 3, opdrachten 13, 14 en 15 maken.

Engels: een toets over hoofdstuk 1, bladzijde 14 tot en met 19.

Lichamelijke opvoeding: buitengym op het veld, dus buitenkleding mee. 

Afsluiting:

Pak je agenda.
Wat staat er in jouw agenda?

1. Euh... niks, eigenlijk
2. Er staat wel wat huiswerk in, maar zeker niet alles.
3. Alles! Van huiswerk tot afspraken die ik na school heb.
4. Anders, namelijk: __________

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoelen: 

- kun je uitleggen waarom een agenda handig is?

- kun je afspraken in je agenda zetten?

- kun je huiswerk in je agenda zetten?

8. Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

Datum

...

Toetsen:

Geen