Thema: visserij

Thema: Visserij
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Thema: Visserij

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Visserij
De lessen Nederlands die ik verzorg, zijn verdeeld in 6 onderdelen:1. Lezen 2. Kijken en luisteren
3.gesprek 4. spreken 5. taalverzorging 6. schrijven.
We kiezen iedere keer een thema en gaan ons er dan in 6 stappen in verdiepen, met als doel om er een geïnformeerd verslagje van te kunnen maken.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen
Artikel

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Een lege oceaan tegen 2050
Wetenschappers schatten dat het oceaan ecosysteem tegen 2050 op instorten staat, zonder vissen en zeedieren, tenzij er dringend actie wordt ondernomen met betrekking tot de problemen die van invloed zijn op de oceanen en de zeedieren.

Laat deze video zien (2.53min) wat uitlegt hoe belangrijk alle soorten dieren voor onze planeet zijn.

https://www.youtube.com/watch?v=TLcA31VRlRU

Bespreek de video in de klas en wat het betekent.

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gesprek voeren: met 2 of 3
Wat zijn de dingen die je uit de teksten en de filmpjes opvallen.
Wat zijn de problemen? Wat zijn de oplossingen?
Voor welke oplossing kies jij?
Wat zou voor jou werken?
Zijn er nog meer aspecten waar je rekening mee moet houden?
Zijn er nog andere dingen niet aan bod gekomen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreken
Mondeling verslag van wat er in je groepje besproken is.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslag
Schriftelijk verslag van wat je allemaal over het thema te weten bent gekomen.
llutterman@novacollege.nl

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisregel
Als het kan, schrijf je de woorden gewoon aan elkaar. Dit kan alleen als er dan geen problemen zijn met lezen of uitspreken van het woord.
Bijvoorbeeld:
Rugzak
Maximumsnelheid
Badkamerdeur

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelteken
Als er wel problemen zijn met het lezen of uitspreken van een woord, kun je een koppelteken gebruiken. 
Dit is bijvoorbeeld zo als er door het samenstellen van twee klinkers, een andere klank ontstaat.
Bijvoorbeeld:
Na-apen
Mini-emmer

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelteken
Je gebruikt ook een koppelteken bij een samenstelling met een afkorting, aparte letter of symbool.
Bijvoorbeeld:
Dvd-speler
%-teken
Tussen-s

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist geschreven?
A
zee egel
B
zeeegel
C
zee-egel

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist geschreven?
A
zomer vakantie
B
zomervakantie
C
zomer-vakantie

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist geschreven?
A
IQ test
B
IQtest
C
IQ-test

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenletters
Tussen de woorden van een samenstelling gebruik je vaak extra letters, dit zijn tussenletters.
Om te weten welke tussenletters je gebruikt, moet je het eerste woord eerst in meervoud zetten.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenletters
Eindigt het eerste deel in het meervoud op -en of -n, maar nooit op -s, dan krijgt het woord in een samenstelling de tussenletters -en of -n.
Bijvoorbeeld:
Tandenborstel
Kattenkruid
Enveloppenverpakking

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenletters
Kun je het eerste deel van het woord in het meervoud zowel met -(e)n als met -s schrijven, dan gebruik je de tussenletter -e.
Bijvoorbeeld:
Vitaminepillen (vitaminen/vitamines)
Secondewijzer (seconden/secondes)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenletters
Eindigt het eerste deel van het woord op -eren, dan schrijf je in de samenstelling -er
Bijvoorbeeld:
Kinderfeest (kinderen) 
Rundersalade (runderen)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenletters
Als het eerste deel van de samenstelling verwijst naar iets dat uniek is, schrijf je geen -en, maar alleen een -e
Bijvoorbeeld:
Zonnebloem
Koninginnedag

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenletters
Ook als het eerste gedeelte van de samenstelling geen meervoud heeft, schrijf je geen -en, maar alleen een -e
Bijvoorbeeld:
Roggebrood
Rijstepap

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenletters
Als het eerste gedeelte nauwelijks meer als woord te herkennen is of niet meer letterlijk opgevat kan worden , schrijf je geen -en, maar alleen een -e. Dit is vaak zo bij uitdrukkingen.
Bijvoorbeeld:
Bakkebaard
Spillepoot

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist geschreven?
A
Geboortekaartje
B
Geboortenkaartje

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist geschreven?
A
Eisalade
B
Eiersalade
C
Eierensalade

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions