Oefentoets LE07 en LE08

Oefentoets LE07 en LE08
BOC1F 22-06-2020
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Oefentoets LE07 en LE08
BOC1F 22-06-2020

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn notulen?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is geen vergaderdoel?
A
Informatie verstrekken en/of uitwisselen
B
Ideeën en/of meningen uitwisselen
C
Notulen maken
D
Een besluit nemen

Slide 3 - Quiz

Ridiculiseren is:
A
Commentaar geven op de onvolmaaktheid van anderen
B
Over één kam scheren; geen onderscheid maken
C
Groter maken van het probleem dan dat het is
D
Eenvoudiger voorstellen dan het probleem is

Slide 4 - Quiz

Wat is generaliseren?

Slide 5 - Question ouverte

Noem de definitie van vergaderen:

Slide 6 - Question ouverte

Welke kenmerken heeft een vergadering?
A
Agenda
B
Deelnemers
C
Notulist
D
Voorzitter

Slide 7 - Quiz

Je kunt op verschillende manier organiseren. We maken onderscheid tussen wedstrijdgerichte en niet wedstrijdgerichte vormen.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 8 - Quiz

Leg uit wat een klokopschuifsysteem is:

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een Zweeds loopspel?

Slide 10 - Question ouverte

Je kunt op verschillende manier organiseren:
1. Uitdaagsysteem
2. Afvalsysteem
3. Poulesystemen
4. Roulatiesystemen
5. Competitiesystemen

A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Welke onderstaande systemen horen bij roulatiesystemen?
A
Laddersysteem
B
Levend ganzenbord
C
Klokopschuifsysteem
D
Piramidesysteem

Slide 12 - Quiz

Wat is géén roulatiesysteem?
A
Laddersysteem
B
Vakopschuifsysteem
C
Spinnenwebloop
D
Zweedsloopspel

Slide 13 - Quiz

Welke onderstaande systemen horen bij uitdaagsystemen?
A
Laddersysteem
B
Waslijnsysteem
C
Klokopschuifsysteem
D
Piramidesysteem

Slide 14 - Quiz

Verenigingen worden ontboden als zij bijvoorbeeld:

Slide 15 - Question ouverte

Mannen zijn vaker actief als vrijwilliger in de sport dan vrouwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Mensen met een fysieke beperking zijn minder vaak actief als vrijwilligers in de sport.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat doen sportkoepels?

Slide 18 - Question ouverte

Welke commerciële sportorganisaties zijn het grootst in aantallen (in NL):

Slide 19 - Question ouverte

Waar gaat het bij public relations om?

Slide 20 - Question ouverte

Om doelgericht deelnemers te werven, maak
je gebruik van een zogenaamd publiciteitsplan.
Hierin houd je rekening met de doelgroep. Waarom is dit belangrijk?

Slide 21 - Question ouverte

Een gespreksdoel bestaat uit (meerdere antwoorden mogelijk):
A
Ontwikkelingsdoelen
B
Kennisdoelen
C
Houdingsdoelen
D
Gedragsdoelen

Slide 22 - Quiz

De opbouw van een voorlichtingsgesprek ligt min of meer vast. Wat doe je in de plannigsfase?
A
Begroet de informatievrager
B
Geeft een korte samenvatting
C
Benoemd de aanleiding tot het gesprek
D
De informatievrager legt uit waarover hij voorlichting wil

Slide 23 - Quiz

De opbouw van een voorlichtingsgesprek ligt min of meer vast. Wat doe je in de themafase?
A
Begroet de informatievrager
B
Geeft een korte samenvatting
C
Benoemd de aanleiding tot het gesprek
D
De informatievrager legt uit waarover hij voorlichting wil

Slide 24 - Quiz

Wat is het verschil tussen een zakelijk en emotioneel adviesgesprek?

Slide 25 - Question ouverte