Blok 2 grammatica meewerkend voorwerp

Blok 3 grammatica
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Blok 3 grammatica

Slide 1 - Diapositive

Welke verdeling in zinsdelen is juist?
A
Op dat moment / heeft / hij op straat / zijn buurman/ gezien.
B
Op dat moment / heeft / hij / op straat zijn buurman / gezien.
C
Op dat / moment / heeft / hij / op straat / zijn buurman gezien.
D
Op dat moment / heeft / hij / op straat / zijn buurman / gezien.

Slide 2 - Quiz

Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
De werkwoordsvorm die verandert als je de zin in een andere tijd zet.
Alle werkwoordsvormen van een zin samen. 
Het antwoord op de vraag wie/wat + gezegde?
Het antwoord op de vraag wie/wat + gezegde + onderwerp?

Slide 3 - Question de remorquage

Ans / heeft / Joke / een hele grappige foto / gestuurd. 
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Ans
heeft
heeft gestuurd
een hele grappige foto

Slide 4 - Question de remorquage

Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp is de ontvanger in de zin. 
Stel de vraag: aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp. 
Het antwoord op die vraag noem je het meewerkend voorwerp.

Ans / heeft / Joke / een hele grappige foto / gestuurd. 

Slide 5 - Diapositive

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?

De zangeres / deelde / aan haar fans / handtekeningen / uit.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?

De scheidsrechter / gaf / de voetballer / een vrije trap.

Slide 7 - Question ouverte

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Vorige week hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
Vorige week

Slide 10 - Quiz

bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.
Vanmorgen
ging
de buurman
over straat

Slide 12 - Question de remorquage

lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij 
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad

Slide 13 - Question de remorquage