Formuleren H3 - Verbanden tussen (delen van) zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Wat gaan we deze les doen?

• Wat weet je al?
• Uitleg Formuleren H3
  
• Zelf aan de slag!

Voor we starten....

Noteer eerst het huiswerk in jouw Plenda.

Maandag 4 april:

• Formuleren H3: opdr. 1 t/m 4
• Formuleren H4: opdr. 1 t/m 4

Vrijdag 8 april:

Toets Spelling en Formuleren H3+4

Doelen van deze les:

Aan het einde van de les:

• kun je signaalwoorden gebruiken om verbanden tussen (delen van) zinnen aan te geven.

Opdracht

Pak pen en papier. Maak van onderstaande zinnen één zin door een verbindingswoord te gebruiken. Probeer zo veel mogelijk verschillende verbindingswoorden te gebruiken.

A. Ik kleed me heel mooi aan.

B. Ik ga naar een feest.

 H3 Formuleren 

Zoals je bij lezen al hebt geleerd, zijn zinnen in een tekst met elkaar verbonden. Een tekst wordt duidelijker als de schrijver/spreker dat verband duidelijk aangeeft. 

Je kunt verbanden leggen door signaalwoorden te gebruiken.

Welke tekstverbanden en signaalwoorden ken je nog?

 H4 Formuleren 

verband	signaalwoorden
opsomming	om te beginnen, ook, bovendien, en, daarnaast, vervolgens, verder, ten slotte
tegenstelling	maar, toch, echter, desondanks, aan de ene kant ... aan de andere kant, daar staat tegenover
tijd (chronologie)	eerst, daarna, dan, toen, eens, vroeger, nu, ooit, later, voordat, nadat, uiteindelijk
oorzaak-gevolg	daardoor, doordat, als gevolg van

 H4 Formuleren 

verband	signaalwoorden
reden	daarom, dus, omdat, want, namelijk, immers
toelichting (voorbeeld)	zo, bijvoorbeeld, neem nou, zoals
conclusie/ samenvatting	kortom, dus, daarom, al met al, samengevat
voorwaarde	als (... dan), indien, tenzij, wanneer

Check!

Op de volgende slides zie je steeds twee zinnen. Deze zinnen of delen van de zinnen hebben een bepaald verband. Vul in:

• welk signaalwoord je herkent;
• welk verband erbij hoort.

Tijdens de speurtocht regende het zo nu en dan. Daardoor werd ons papier nat.
Signaalwoord =
Verband =

Er zijn veel leuke familiefeesten, zoals sinterklaas, bruiloften en verjaardagen.
Signaalwoord =
Verband =

Nathalie is gek op oliebollen. Er zitten namelijk krenten en rozijnen in.
Signaalwoord =
Verband =

Wat kies je?

Ik snap het! Ik wil graag zelf aan de slag.

Ik snap het nog niet zo goed. Ik wil graag opdrachten samen maken

Aan de slag!

Maak H3 Formuleren (blz. 92, 93): opdr. 1 t/m 4 

Klaar? 

Trainen óf lezen in je leesboek.

Huiswerk

Maandag 4 april:

Formuleren H3: opdr. 1 t/m 4

Formuleren H4: opdr. 1 t/m 4

Vrijdag 8 april:

Toets Spelling en Formuleren H3+4