Les 5: lesorganisatievormen

• Gymnastiekleider 2
• MBO
• Studiejaar 2

GYMNASTIEKLEIDER 2

Doelen deze les

• Je kent verschillende lesorganisatievormen en weet deze toe te passen.
• Je kent het verschil tussen klimmen en klauteren. 

Terugkoppeling 

• Methodiek 
• Turntermen
• Opdracht 1 + 2

Wat was ook al weer een 'methodiek'

1. Vaste, weldoordachte manier van handelen om een bepaald doel te bereiken
2. Voorbereidende oefeningen van moeilijk naar makkelijk om tot een eindresultaat te komen.
3. In stroomvorm in kleine stapjes toewerken naar een eindvorm
4. Voorbereidende oefeningen van makkelijk naar moeilijk om tot een eindresultaat te komen.

Je wilt een handstand aanleren. Noem 3 oefeningen die je kunt doen

Om welke assen kun je allemaal draaien?

Turntermen

Je kunt draaien over de:​

• ​Lengte-as​
• Breedte-as​
• Diepte-as​

Als je een kind een individuele aanwijzing wilt geven dan:

1. Ga je dit verbeteren wanneer het kind aan de beurt is
2. Zet je de groep stil en bespreek je de fout
3. Wacht je tot je meerdere aanwijzingen tegelijk kunt geven.
4. Zeg je alleen wat er fout ging.

Hoe staat het ervoor?

• Opdracht 1
• (locatie) Oefenexamen 

Vandaag

Wie verzorgt vandaag de:
1. Warming-up
2. Salto v.o. schuin vlak

3. Aanleren/verbeteren rol v.o. op de balk

4. Trapeze zwaaien in steun

Lesorganisatievormen

• Stroomvorm 
• commandovorm/klassikale les
• werken in groepen en hoeken
• individueel

Stroomvorm

Veel voorkomende vorm van organisatie waarbij alle kinderen doorlopend achter elkaar door kunnen gaan met het uitvoeren van de onderdelen. Denk aan een parcours. 

Wanneer kies je voor een stroomvrom (TV)

1. veel intensiteit
2. bij herhaling van afgelopen lessen is het makkelijk om alles te herhalen in stroomvorm

Commandovorm / klassikale les

Dit kun je bijv. doen als je met ringen werkt en met vormen aan een wandrek. Je geeft een commando aan alle kinderen die aan de beurt zijn.

• nummers 1 mogen bij de ringen staan
• nummers 2 staan achter het matje
• nummers 3 wachten op de bank

Werken in groepen

Dit kan een les zijn waarin 3 of 4 groepen tegelijk met verschillende lesonderdelen zelfstandig bezig zijn.

Individueel

Jij als lesgever bent 1 op 1 met een deelnemer aan het oefenen voor een onderdeel.

Klimmen en klauteren

Deze 2 termen worden vaak door elkaar gehaald.

Verschil

Klauteren: Vaste steunpunten in overmaat aanwezig

Klimmen: Steunpunten zelf creëren. 

(TV)Daarbij is het van belang:

•  dat je zorgt voor een rustige werksfeer
• dat je in stroomvorm werkt
• geen wedstrijdvorm
• geen dwingende opdrachten geven

Voor straks

Warming-up
Kern

• salto v.o. schuin vlak
• trapeze zwaaien in steun
• Aanleren/verbeteren rol v.o. op de balk

Doelen behaald?

• Je kent verschillende lesorganisatievormen en weet deze toe te passen.
  
• Je kent het verschil tussen klimmen en kleuteren.