Gedichten blok 2 - vergelijking en metafoor

Beeldspraak
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Beeldspraak

Slide 1 - Diapositive

Beeldspraak: vergelijking en metafoor
- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een
   figuurlijke betekenis.

- Goede beeldspraak maakt een tekst mooier,
   duidelijker en krachtiger.

Slide 2 - Diapositive


Dat meisje
is zo onschuldig als    een lammetje

werkelijkheid
(object)                                                                 beeld

Slide 3 - Diapositive

Vergelijking
Bij een vergelijking wordt iets uit de werkelijkheid/object
(mens, dier of ding) vergeleken met een beeld.
Ze staan dus beide in een zin en worden meestal aan elkaar gekoppeld met het woord 'als'     (object en beeld)
Hij                                    is zo bleek als een lijk.
werkelijkheid                            beeld
object

Slide 4 - Diapositive

Metafoor
Dat schaap is er alweer ingetrapt.

Een reus van een kerel.

De overheid gaat snoeien in de uitgaven.  (verminderen)

Het regent klachten bij de zorginstelling.

Slide 5 - Diapositive

Die engel van hiernaast heeft ons veel geholpen na de brand in de schuur.
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 6 - Quiz

Metafoor  
Bij een metafoor wordt het beeld alleen genoemd, de werkelijkheid wordt niet genoemd.                                    

Het is hier een zwijnenstal, ruim op!
                             beeld

De werkelijkheid is bijvoorbeeld een slaapkamer.

Slide 7 - Diapositive

Bij de ingang van de discotheek stond een kleerkast die iedereen fouilleerde.
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 8 - Quiz

Wat een boom van een kerel is jouw broer geworden, zeg!
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 9 - Quiz

'Zij zingt net als een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 10 - Quiz

Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?
A
onjuist
B
juist

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

…maar de premier kwam met zo'n snoeischaar...
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 13 - Quiz

0

Slide 14 - Vidéo

en ondertussen dan nog die hete aardappel van een referendum voor zich uitschuiven...
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 15 - Quiz

0

Slide 16 - Vidéo

...de man die het aan zijn xenofobische laars lapt.
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 17 - Quiz

0

Slide 18 - Vidéo

Laten we geen wolk van pessimisme over Nederland trekken.
A
vergelijking
B
metafoor

Slide 19 - Quiz

0

Slide 20 - Vidéo

Schrijf een ding
op wat je deze les
hebt geleerd.

Slide 21 - Question ouverte

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 22 - Question ouverte