Intro klinisch redeneren : 6 stappen volgens Marc Bakker

klinisch redeneren
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

klinisch redeneren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maar eerst:
Wat weten we nog van vorige opdracht?
3 vragen
20 seconden per vraag

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

AVPU score wordt gebruikt voor het meten van ?
A
Meten van een allergie
B
Mate van circulatie
C
reanimatie
D
Mate van bewustzijnsverlies

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke levensfase komt een cheynes stokes ademhaling voor?
A
middelbare levensfase
B
bij de geboorte
C
terminale levensfase
D
bij pensionering

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ademhaling is kenmerkend voor patiënten met metabole acidose (verzuring)
A
Biot
B
Atactische ademhaling
C
Kussmaul
D
Hyperventilatie

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Intro Klinisch redeneren
Zes stappen volgens
Marc Bakker
uitgelegd

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel en motivatie
Kennismaken met klinisch redeneren en
hoe je dit kunt toepassen tijdens je stage


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is klinisch redeneren?
= vaardigheid om eigen observaties en interpretaties aan medische kennis te koppelen om zodoende te beredeneren welke stappen je moet nemen in je verpleegkundig handelen
Ontwikkelen 'klinische blik'



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

en waarom wordt het gebruikt?
interventies
vervolgstappen
onvoorziene situaties
keuzes verantwoorden
 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Communicatie met de SBARR  en de
ABCDE- methode

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(i)SBARR
Door middel van de in Amerika ontwikkelde SBARR-methode kunnen zorgprofessionals gestructureerd en eenduidig met elkaar communiceren over een mogelijk, bedreigende situatie. Deze makkelijk te onthouden methode is van belang om snel maar toch correct te communiceren, zodat de gewenste zorg tijdig gegeven kan worden. Belangrijk doel van de methode is dat de instabiele situatie waarin de patiënt zich bevindt niet ontspoort en de patiënt zo geen schade oploopt.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordelen (I)SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verklaring ISBARR

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

I= Identification
je zegt wie je bent., wat je functie is en van welke afdeling en locatie je belt
Identificeer de pat door het noemen van naam en geboortedatum en vertel de reden van je gesprek

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

S =Situation (situatie)

Wat is er aan de hand?

Wat is er gebeurd?

Wat is de ernst van je oproep?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: '... ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, eventuele voorgeschiedenis.


Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

A=Assessment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn? Geef eventueel de ews score + de laatste vitale functies


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.' Pat. heeft deze vitale waardes (ews) + eventueel abcd methode erbij

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?


Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een infuusnaald kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een nabloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

ABCDE-methode

  • Methode van observeren
  • Soms wordt hiermee gerapporteerd
  • Treat first what kills first

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ABCDE
Airway- Ademweg
Breathing -ademhaling
Circulation- Circulatie
Disability -Neurologische toestand/bewustzijn
Exposure- omgevingsfactoren (koude/warmte, breuken en kneuzingen etc)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klinisch redeneren volgens de 6 stappen van Marc Bakker

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6 stappen
1: Oriëntatie situatie
2: Klinische probleemstelling
3: Aanvullend klinisch onderzoek
4: klinisch beleid
5: Klinisch verloop
6:  evaluatie /nabeschouwing

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Oriëntatie op de situatie
er is iets aan de hand
gegevens verzamelen
voorgeschiedenis


SBAR
situatie (S)
achtergrond (B)
beoordeling (A)
aanbeveling (R)

SBAR
S (Situatie)
B (Achtergrondinformatie)
A (Beoordeling)
R (Aanbeveling)

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EWS
= Early warning score

verslechtering van de patiënt vroegtijdig signaleren

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. klinische probleemstellingen
wat is er aan de hand?
problemen in kaart brengen aan de hand v zorgthema's 
kennis van ziektebeelden is belangrijk
gewenst/ongewenst
Antwoord
Gewenst: Sat omhoog met O2
Ongewenst: uitputting met overlijden als gevolg

Slide 32 - Diapositive

In deze stap zijn de zorgthema s belangrijk:

Beschreven in de ICF classificatie van de WHO

Er zijn er 12: 
Ademhaling
circulatie
vocht en elektrolytenbalans
bloed
neurologisch systeem
thermoregulatie
afweersysteem...

Elk van deze onderdelen heeft een paar deelonderdelen

In deze casus met name nr voor ademhaling:

 luchtwegen
- ademprikkel
- ademarbeid
- diffusie
- perfusie


3. aanvullend onderzoek
aantonen van de ziekte/gevolgen
verantwoordelijkheid van de arts
denk aan; röntgenfoto, bloedonderzoek of kweek
Antwoord
1. X-thorax
2. sputumkweek afnemen
3. bloedgas laten prikken

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Klinisch beleid
wat moet ik doen als verpleegkundige?
extra zorg stap 2
Verpleegkundige diagnoses opgesteld


Antwoord
1. helpen met ophoesten sputum/uitzuigen
2. heeft de patiënt alvast een infuus nodig?
3. patiënt mobiliseren
4. psychisch begeleiden ivm angst/benauwdheid
5. O2 geven ivm lage Sat

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. klinisch verloop
wat je kunt verwachten bij de patiënt
complicaties
risico's
bijwerkingen van medicatie
Antwoord
korte termijn: uitputting bij weinig O2
lange termijn: afhankelijk van de ernst van ziektebeeld

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6. nabeschouwing
wat heb je geleerd als verpleegkundige?
kwaliteit, patiëntveiligheid
heb je goed gehandeld als verpleegkundige?

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting

basisvaardigheid
nemen van besluiten
keuzes verantwoorden
stappenplan
toekomst

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen??

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. SBAR
S: Dhr hoest sputum op, ziet grijs en bleek, heeft koorts en een saturatie van  85% zonder O2, snelle ademhaling, lage RR
B: Dhr heeft kanker en krijgt chemotherapie, verzwakte afweer, niet bekend met longziekten, matige roker
A: mogelijke pneunomie??
R: arts waarschuwen i.v.m. sputum en controles (EWS) in combinatie met zijn ziektebeeld

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions