H3 - Periode 2 - Quien soy les 2 - HGA (25-11-2021)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bienvenidos

Lección 3 P2

Havo 3

Sra. Hoogland

¿Qué día y qué fecha es hoy?

Programa

Familia, personas, aspecto físico, carácter

1. 10m - Info, comprobar los deberes

2. 10m - NUMEROS,QS p.10-13

3. 10m - ASPECTO FÍSICO y CARÁCTER

4. 15m - HABLAR y ESCRIBIR sobre tu familia, incl. VERBOS

5. 10m - DIARIO invullen, deberes

Let op: het boekje QS (2 DELEN!) lever je aan het eind in.

Info

Toetsing 'Quién soy': 

• Je maakt de opdrachten in het boekje Quién soy + (een deel van) de examenopgaven.
• Je maakt het 'diario'. Dit vul je elke les in.
• Je maakt de toets over Quién soy.
• Je levert het boekje in aan het einde van dit thema.

Comprobar los deberes

Leren + maken: 

• Boekje Quien Soy oef 1a+d+e+f (vanaf p.10). Let op: Op p.11 hoef je de vragen 11 t/m 20 niet te maken. Wél de getallen uitschrijven van de vragen 2 t/m 10. -> verder met volgende slide
• QS p.14-15 oef 2a (stamboom) Let op: Bij de stamboom op p.15 is het voldoende als je ca. 8 familieleden vermeldt. Lees eerst de instructie voor de stamboom goed door. -> verder met QS p.17 oef 4ab
• QS p.16 oef 3ab. Vul de tabel compleet in, zoals in het bovenstaande voorbeeld. -> verder met QS p.17 oef 4ab
• leren: Quien Soy vocab Tema 1 (p.4, in beide richtingen) + frases clave 1 , zin 1-7 (p.8) -> spinner (check jezelf)
• leren en maken: QS p.44 (vraagwoorden) -> nakijken volgende slide

ej. 28 pág. 44

a. 

1. quién
2. cuántos
3. cuál
4. dónde
5. cómo
6. por qué
7. qué
8. cuándo

b. 

1. qué
2. dónde
3. quién
4. cuál
5. cómo
6. por qué
7. cuántos
8. cuándo

Frases sobre el aspecto físico

El aspecto físico

Woorden en zinsbouw

Noteer in het Spaans hoe 3 van de reuzen eruit zien.

Zie volgende slide voor de 3 belangrijke WW

om uiterlijk te beschrijven

10m - 

HABLAR de tu familia

HABLAR EN CLASE (5m)

1. Quién soy p.8+9, kettinggesprek

Trabajar individual (5m):

2. Quién Soy p.17 (gebruik de informatie van QS página 15 y 16)

       

10m - ESCRIBIR sobre tu familia

1. Herhaal de woordenlijst van thema 1, Quién soy p.4
2. Beschrijf vier familieleden in hele zinnen, minimaal 25 woorden per familielid (naam, uiterlijk, karakter, geboortedatum...). 

• Gebruik de woorden die je hebt ingevuld in QS oefening 3 en vul het zonodig verder aan. 
• Varieer in je beschrijvingen.
• Thuis afmaken.

Ejemplo: 

Mi padre se llama Martijn. 

Tiene el pelo rubio. Es sincero. También es optimista. 

Su fecha de nacimiento es el 3 de marzo de 1970.

Verbos: el presente

(afmaken als huiswerk)

Als je iets vertelt over het 'nu', praat je in de 'presente'.

Herhaal de presente door de oefening te maken in QS p.49.

Leer ook de onregelmatige ww: 

ser, tener, llamarse, TB vanaf p.107 (alfabetische lijst)

5m - DIARIO

Ga naar je boekje QS p.113-114 en vul één regel in over jouw werk van vandaag.

Deberes para la próxima clase

leren: vocabulario Quien soy, p.4 in beide richtingen

leren: werkwoorden ser, tener, llamarse (TB vanaf p.107, alfabetische lijst) + de regelmatige werkwoorden (TB p.99)

afmaken: QS p.49 + 4 familieleden beschrijven in het Spaans, minimaal 25 woorden per familielid, zie de opdracht in de Lessonup. De beschrijvingen zet je achterin het boekje Quien soy op een lege bladzijde.

VOCAB p.4: https://quizlet.com/482664961/dele-a1-examen-1-las-personas-y-la-relaciones-flash-cards/ 

LET OP: quizlet is niet AVG-proof, dus je kunt het ook uit je boekje leren.