6.3 Stad en Land in vroegere tijden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Kaart van de dag

Journalist Roman Protesavitsj

Dictator Loekasjenko

6.3 Leven in de middeleeuwse stad

Tijdvak 4: Tijd van steden en Staten

Wat gaan we doen vandaag

• Leven in de stad

•  2 soorten samenlevingen
• Edelen en steden
• Floris V
• Zelfstandig werken
  

Lesdoelen 6.3

• Je kunt beschrijven  hoe een middeleeuwse straat er uit

     zag.

• Je kunt uitleggen wat een landbouwstedelijke samenleving

     is en hoe dat is ontstaan.

• Je weet wat centralisatie betekend.

• Welke kenmerken van een middeleeuwse stad herken je op de afbeelding?

• Welke grote verschillen zie je met steden van vroeger en steden van nu?
• Waarom gingen mensen toch verhuizen van het platteland naar de stad?
• Waarom braken er juist in de middeleeuwse stad ontzettend veel ziektes uit?
• Zou jij in de middeleeuwse stad willen wonen?
  

De Landbouw samenleving

• De meerderheid van de mensen was boer
  
• Ruilhandel was de meest gebruikte manier van betalen
  
• Mensen woonden op het land van een heer

Belangrijke veranderingen

2 belangrijke veranderingen in de tijd van steden en Staten

• Van ruilhandel naar betalen met geld.

• Van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving.

De landbouwstedelijke samenleving

• Een combinatie van zowel steden als platteland
•  Er werd betaald met geld
• Boeren verkochten hun eten op de markt
• In de stad konden producten worden gekocht (bier, wijn, gereedschap & kleren)
  

Waaraan kan je zien dat dit een landbouw samenleving is?

Waaraan kan je zien dat dit een landbouwstedelijke samenleving is?

Van dorp naar stad

Voor het jaar 1000

• Een dorp mocht niet zelf zijn eigen regels en wetten maken en moest de heer van het land gehoorzamen.

Na het jaar 1000

• Kon een dorp stadsrechten krijgen van de landheer. In ruil voor belasting mochten zij hun eigen wetten bepalen
  

Wat hoort er niet bij het krijgen van stadsrechten?

1. De stad mocht zijn eigen regel en wetten maken.
2. De stad mocht zelf zijn bestuurders kiezen
3. De stad hoefde geen belasting meer te betalen aan de heer
4. De stad mocht zelf zijn eigen markt organiseren

Edelen en steden

1.  De edelen hadden geld nodig voor ridders en kastelen.
2.  Edelen verkochten rechten aan steden voor geld.
3.  Steden mochten hierdoor steeds meer zelf beslissen.
4.  Steden kregen hun eigen bestuur: de schout en de schepenen.
   

Floris V

De Ridderzaal

Het Muiderslot

Machtige koningen

• Centralisatie: een gebied wordt steeds meer bestuurd vanuit één centrale plaats.

 

• Vanaf 1300 verliezen edelen de macht, de koningen krijgen meer macht.

Aan de slag

Kader:

• Cursus 6.3 blz. 108 t/m 113 opdr. 1, 2, 3, 5, 7, 8, 10 en 12
  

Basis:

• Cursus 6.3 blz. 100 tm 104 opdr. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9 en 10
  

Klaar?

• Verdieping: Kader  blz. 122, 123 / Basis blz. 112, 113
  
• Topografie: Kader blz. 124, 125 / Basis blz. 114, 115
  

Jij bent een boer in de middeleeuwen en woont in het mooie Rijnsburg vlakbij Leiden. Zou jij boer blijven of zou jij verhuizen naar de stad Leiden, leg uit waarom wel of niet.