6.2 & 6.3 Herhalen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Kaart van de dag

Journalist Roman Protesavitsj

''President'' Loekasjenko

Afsluiten 6.2 & 6.3

Wat gaan we doen vandaag

• Test jezelf

•  Lesdoelen gehaald
• Vragen over de toets
• Filmpje Hanzesteden
  

Zet de 3 onderstaande gebeurtenissen in de juiste volgorde. (Als eerste > als laatste)

1. B-C-A
2. C-A-B
3. C-B-A
4. B-A-C

Welke zin is juist?

1. Wevers en timmerlieden maken textiel
2. Wevers en timmerlieden kopen hun gemaakte producten op de markt
3. Wevers en timmerlieden produceren alleen met hun handen
4. Wevers en timmerlieden zijn ambachtslieden

Leg uit, wat betekent het begrip ''Centralisatie''

Feit of mening?

''In de middeleeuwen was stadsleven prettiger dan het boerenleven''

1. Feit
2. Mening
3. Historisch feit

Feit of mening?

''Een deel van Nederland ligt lager dan de zee''

1. Feit
2. Mening
3. Historisch feit

Feit of mening?

''In de middeleeuwen ontstond een landbouwstedelijke samenleving''

1. Feit
2. Mening
3. Historisch feit

Boeren

Monikken

Jager

Staten

Grieken

Romeinen

Steden

Ridders

500

500

1000

1500

3000

1000

3000

Geef 2 redenen waarom boeren naar de middeleeuwse stad trokken

Geef 1 reden waarom je niet in de middeleeuwse stad wilde wonen.

Wat hoort er niet bij het krijgen van stadsrechten?

1. De stad mocht zijn eigen regel en wetten maken.
2. De stad mocht zelf zijn bestuurders kiezen
3. De stad hoefde geen belasting meer te betalen aan de heer
4. De stad mocht zelf zijn eigen markt organiseren

Waarom verkochten edelen stadsrechten?

1. Edelen kregen zo meer macht over steden
2. Edelen hoefden nu geen belasting meer te betalen aan steden
3. Edelen hadden geld nodig om kastelen en ridders te betalen
4. Edelen konden nu bepalen wie er in het bestuur van de stad kwam

Leg uit hoe de koningen in de tijd van steden en staten probeerden om steeds meer macht te krijgen.

Lesdoelen 6.2

• Je kunt één verbetering in de landbouw noemen die zorgde voor een grotere opbrengst rond het jaar 1000

• Je kunt uitleggen waarom niet iedereen meer boer hoefde te zijn.

• Je kunt uitleggen hoe steden ontstonden in Nederland rond het jaar 1000.

Lesdoelen 6.3

• Je kunt beschrijven  hoe een middeleeuwse straat er uit

     zag.

• Je kunt uitleggen wat een landbouwstedelijke samenleving

     is en hoe dat is ontstaan.

• Je weet wat centralisatie betekend.

Heb je nog vragen over de toets of de lesstof?