Les 1 hygiëne

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GezondheidsleerMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Waarom moet je als dierverzorger iets weten over diergezondheid?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Hygiëne

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Reinigen is hetzelfde als schoonmaken.
2. Ontsmetten is hetzelfde als desinfecteren.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen reinigen en desinfecteren?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Noem 3 redenen waarom je als dierverzorger of houder van dieren geen zieke dieren wilt.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Memory
Insleep
Versleep
Besmettings-
druk
Infectiedruk
Desinfecteren
Reinigen
Het aantal micro-organismen dat aanwezig is in een ruimte
Het verwijderen van ziekteverwekkers
Een hoge besmettingsdruk doordat op het bedrijf zieke dieren aanwezig zijn
Het verplaatsen van ziekteverwekkers binnen een bedrijf
Het doden van ziekteverwekkers
Het van buiten meenemen van ziekteverwekkers een bedrijf in

Slide 19 - Question de remorquage

Als je op school dieren gaat verzorgen tijdens de verzorgingslessen, hoe zou je dan insleep kunnen voorkomen?

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Leg uit wat het verschil is tussen een besmetting en een infectie.

Slide 24 - Question ouverte

Noem twee plaatsen op het lichaam waardoor ziekteverwekkers het lichaam kunnen binnendringen.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Een dier raakt besmet met een ziekteverwekker door het drinken uit een waterbak. Dit is een voorbeeld van besmetting via direct contact.
2. Een hond is drachtig en raakt besmet met een virus. Haar pups in de baarmoeder raken door haar ook besmet. Dit is een voorbeeld van besmetting via indirect contact.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 30 - Quiz

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Een dier wordt gestoken door een mug en raakt besmet met een ziekteverwekker. Dit is een voorbeeld van besmetting via direct contact.
2. Je gebruikt dezelfde materialen voor het schoonmaken van het verblijf van de zieke én de gezonde dieren, waardoor de gezonde dieren besmet raken. Dit is een voorbeeld van besmetting via indirect contact.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Je moet op school zowel de knaagdieren als de konijnen verzorgen. Bij de knaagdieren heerst een besmettelijke ziekte. Leg uit hoe je versleep tussen deze diergroepen gaat voorkomen.

Slide 33 - Question ouverte

Waarom is hygiëne belangrijk als je met dieren werkt?

Slide 34 - Question ouverte

Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D

Slide 35 - Quiz