Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Sondage
Kletspraat
Wat is je favoriete vak op school?
Slide 3 - Question ouverte
Welke bewering(en) zijn waar? 1. Reinigen is hetzelfde als schoonmaken. 2. Desinfecteren is hetzelfde als ontsmetten.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 4 - Quiz
Leg uit wat het verschil is tussen reinigen en desinfecteren.
Slide 5 - Question ouverte
Welke bewering(en) zijn waar? 1. Een verblijf schoonmaken met een schoonmaakmiddel is een voorbeeld van mechanisch reinigen. 2. Een verblijf schoonmaken met heet water is een voorbeeld van thermisch reinigen.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 6 - Quiz
Memory
Virussen
Parasieten
Schimmels
Bacteriën
Voortplanting in de cellen van dieren
Voortplanting in of op het lichaam
Voortplanting door deling
Voortplanting door sporen
Slide 7 - Question de remorquage
Leg uit wat een zoönose is.
Slide 8 - Question ouverte
Op school is vogelgriep uitgebroken. Een papegaai heeft contact gehad met een parkiet die besmet is met vogelgriep. De papegaai heeft zelf geen klachten. In welk dierverblijf huisvest je de papegaai?
A
Quarantaineruimte
B
Isolatieruimte
C
Ziekenboeg
D
Een normaal dierverblijf
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Wat betekent dit symbool?
A
Bijtend
B
Ontvlambaar
C
Irriterend
D
Ontplofbaar
Slide 26 - Quiz
Je gaat werken met een schoonmaakmiddel waar dit symbool op staat. Leg uit hoe jij jezelf gaat beschermen tegen schade.
Slide 27 - Question ouverte
Ongedierte
Slide 28 - Carte mentale
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Wat is het verschil tussen ongedierte weren en ongedierte bestrijden?
Slide 31 - Question ouverte
Noem drie maatregelen die je kan nemen om ongedierte te weren.