Les 5 hygiëne
1 / 25
La durée de la leçon est: 90 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Kletspraat
Als je een dier was, welk dier zou je dan zijn en waarom?
Slide 2 - Question ouverte
Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Sondage
Memory
Virussen
Parasieten
Schimmels
Bacteriën
Slide 4 - Question de remorquage
Op welke drie manieren kan je een dierverblijf reinigen?
Slide 5 - Question ouverte
Welke bewering(en) zijn waar?
1. Desinfecteren is hetzelfde als steriliseren.
2. Desinfecteren is hetzelfde als ontsmetten.
1. Desinfecteren is hetzelfde als steriliseren.
2. Desinfecteren is hetzelfde als ontsmetten.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 6 - Quiz
Welke bewering(en) zijn waar?
1. Je kan ontsmetten zonder dat je eerst gereinigd hebt.
2. Alle soorten ontsmettingsmiddelen werken tegen alle soorten ziekteverwekkers.
1. Je kan ontsmetten zonder dat je eerst gereinigd hebt.
2. Alle soorten ontsmettingsmiddelen werken tegen alle soorten ziekteverwekkers.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Tijdens de verzorging ga je een dierverblijf desinfecteren met fenolen. Leg uit hoe jij jezelf gaat beschermen tegen schade.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Leg uit waarom je altijd eerst de gezonde dieren moet verzorgen en daarna pas de zieke dieren.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Welke bewering(en) zijn waar?
1. Om parasieten te voorkomen is het genoeg om alleen te reinigen en te desinfecteren.
2. In een droge ruimte kunnen ziekteverwekkers zich sneller vermeerderen.
1. Om parasieten te voorkomen is het genoeg om alleen te reinigen en te desinfecteren.
2. In een droge ruimte kunnen ziekteverwekkers zich sneller vermeerderen.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Wat is het verschil tussen de isolatieruimte en de quarantaineruimte?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Leg uit waarom het belangrijk is om een kreupel of gewond dier ook apart te zetten.
Slide 20 - Question ouverte
In het dierenasiel komt een konijn binnen die niet gevaccineerd is. Waar moet je dit dier huisvesten?
A
De quarantaineruimte
B
De isolatieruimte
C
De ziekenboeg
D
In een normaal dierverblijf
Slide 21 - Quiz
Een hond vertoont ziekteverschijnselen van een besmettelijke ziekte. Waar moet je dit dier huisvesten?
A
De quarantaineruimte
B
De isolatieruimte
C
De ziekenboeg
D
In een normaal dierverblijf
Slide 22 - Quiz
Twee katten hebben met elkaar gevochten, waardoor een kat gewond is. Waar moet je dit dier huisvesten?
A
De quarantaineruimte
B
De isolatieruimte
C
De ziekenboeg
D
In een normaal dierverblijf
Slide 23 - Quiz
Hond 1 heeft contact gehad met hond 2 die ziek is van het Parvovirus, maar hond 1 is zelf niet ziek. Waar moet je hond 1 huisvesten?
A
De quarantaineruimte
B
De isolatieruimte
C
De ziekenboeg
D
In een normaal dierverblijf
Slide 24 - Quiz
Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D
