HERHALING THEMA 4 VERZORGINGSSTAAT

Pluriforme samenleving (V5)
Kenmerken van Nederland in het verleden?
  1. Zekere mate van verdraagzaamheid in de 17e eeuw
  2. Pluriform: wanneer mensen van verschillende sociale klassen, godsdiensten en levensstijlen samen leven
  3. Tijdens eenwording van NL speelden communicatiemiddelen een belangrijke rol --> afstanden werden hierdoor kleiner
  4. Pas in 1909 met totstandkoming treinverbindingen alle klokken gelijk door invoering tijdsrekening
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Pluriforme samenleving (V5)
Kenmerken van Nederland in het verleden?
  1. Zekere mate van verdraagzaamheid in de 17e eeuw
  2. Pluriform: wanneer mensen van verschillende sociale klassen, godsdiensten en levensstijlen samen leven
  3. Tijdens eenwording van NL speelden communicatiemiddelen een belangrijke rol --> afstanden werden hierdoor kleiner
  4. Pas in 1909 met totstandkoming treinverbindingen alle klokken gelijk door invoering tijdsrekening

Slide 1 - Diapositive

Pluriforme samenleving (V5)
  • In het verleden was NL in veel opzichten tolerant. Wat betekent dat?
  • Kan je voorbeelden geven waarin NL tolerant was?
  • Wat houdt conformisme ook al weer in? 
  • Rond de eeuwwisseling was er steeds meer sprake van polarisatie. Wat is dat en waar komt het vandaan?  Hiervan moet je voorbeelden kunnen noemen.
  • Waarom is sociale cohesie zo belangrijk in een samenleving?

Slide 2 - Diapositive

Pluriforme samenleving (V5 en H4)
  • Welke is de dominante cultuur in NL en wat zijn subculturen? Noem een paar voorbeelden van subculturen.
  • Waarop zijn de cultuurkenmerken veelal gebaseerd?
  • Wat wordt er bedoeld met culturele diversiteit waardoor wordt die o.a. bepaald?
  • Mensen hebben door hun cultuur een gemeenschappelijk referentiekader. Wat is dat?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive


Cultuur is?
A
nature (aangeboren)
B
nurture (aangeleerd)

Slide 5 - Quiz

Wat is polarisatie?
A
Het ongelijk behandelen van mensen op basis van een kenmerk dat er in die situatie niet toe doet.
B
De tegenstellingen tussen groepen sterker worden waardoor ze steeds meer tegenover elkaar komen te staan.
C
Een overdreven, vaststaand beeld van een groep mensen.
D
De mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar.

Slide 6 - Quiz

Cultuur =
A
De regels van een land
B
De waarden van een volk
C
De gewoontes van een groep mensen
D
Geloof, gedragsregels, kledingmanieren

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de 2 functies van Hokjesdenken?
A
Het versimpelt ons beeld van de werkelijkheid
B
socialisatie
C
cultuuroverdracht
D
Het is gemakkelijk omdat je dan minder hoef te denken.

Slide 8 - Quiz

Wat is hokjesdenken?
A
racistische opmerkingen maken
B
discrimineren
C
iedereen in een apart hokje plaatsen
D
verschillende mensen in één categorie plaatsen

Slide 9 - Quiz

Wij-zij-denken
A
Cultuur waarin familie, buren en vrienden belangrijk zijn
B
Cultuur waarin, je eigen succes en geluk belangrijk zijn
C
Patroon waarbij de ene groep tegenover de andere staat en zichzelf doorgaans als ‘beter’ ziet.
D
De mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

De Marokkaanse cultuur in Nederland is en ...................cultuur
A
Dominante cultuur
B
Sub cultuur
C
Tegen cultuur
D
Geen cultuur

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Wat is een Pluriforme Samenleving?
A
De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
B
Een samenleving die 'veel vorming' of 'veel kleurig'.
C
Iemand dat tot een bepaalde volk behoort.
D
De waarde, normen en gewoontes van de meeste mensen in het land.

Slide 14 - Quiz

Nog een aantal begrippen
  • Wat is het socialisatieproces? Je moet de verschillende onderdelen kunnen omschrijven; Het begint met imitatie. 
  • Wanneer heeft iemand een persoonlijke identiteit?
  • Wat is het verschil tussen individualisme en collectivisme?
  • Wat is het verschil tussen masculiniteit en feminiteit?

Slide 15 - Diapositive

Welke fasen van migratie kennen we in NL?
Geef voorbeelden van:
1. Arbeidsmigranten
2. Postkoloniale migranten
3. Gezinshereniging en gezinsvorming
4. Groepen vluchtelingen
Wie mogen er blijven en wie niet?

Slide 16 - Diapositive

Migratie als verrijking of verlies
  • Je moet voorbeelden kunnen geven wanneer er sprake is van verrijking.
  • Je moet voorbeelden kunnen geven wanneer er sprake is van verlies.
  • Bedenk een aantal voorbeelden of er sprake is van integratie. 

Slide 17 - Diapositive

Burgerschap
Wat komt er allemaal kijken als jij een goede Nederlandse burger wilt zijn?
Bespreek dit met je buurman of buurvrouw en schrijf dat op voor jezelf. Een voorbeeld is dat je de Nederlandse taal moet kunnen spreken. Nu is het jouw beurt. 

Slide 18 - Diapositive

streepjevoor.onderhuids.nl
Ga naar onderstaande website en kijk in hoeverre jij vooroordelen hebt. 

https://www.onderhuids.nl/test-jezelf/

Slide 19 - Diapositive