Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
4-havo herhaling pluriforme samenleving
Les 11 Herhaling pluriforme samenleving
Slide 2 - Diapositive
Lesplanning
Korte herhaling elke § met vragen
(Zelf aan de slag)
Afsluiting
Slide 3 - Diapositive
Wat leer ik deze les?
Na deze les kun/weet jij...
...wat er van je wordt verwacht op de toets
...antwoord geven op vragen die aansluiten bij elke §
Slide 4 - Diapositive
De pluriforme samenleving?
Toetsstof: § 4.1, 4.2, 4.3, 4.5 en 4.6
LET OP: §4.2 niet p. 126/127 vanaf Identiteit
Slide 5 - Diapositive
4.1 Wat is een pluriforme samenleving
een samenleving waarin veel verschillen tussen mensen bestaan in levensstijl, godsdienst, politieke overtuiging etc.
Cultuur en kenmerken
Dominante cultuur
Subcultuur
Culturele diversiteit (6 factoren)
Slide 6 - Diapositive
Een pluriforme samenleving is..
A
Een samenleving waar culturen naast elkaar leven
B
Een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.
C
Een samenleving waar alleen een dominante cultuur is
D
Een samenleving waarin veel subculturen verboden zijn.
Slide 7 - Quiz
NL is pas sinds de jaren 60 van de vorige eeuw een pluriforme samenleving
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Als de meerderheid van de bevolking cultuurkenmerken deelt, is er sprake van een subcultuur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Bas (17) is tijdens carnaval ontzettend trots op zijn provincie: "Wij Limburgers weten hoe we carnaval moeten vieren. Maanden zijn we bezig met de voorbereidingen voor een originele outfit" Dit is een voorbeeld van een subcultuur per....
A
tijd
B
plaats
C
groep
D
generatie
Slide 10 - Quiz
Cultuur blijft altijd hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
4.2 Worden wie je bent
Nature-nurture
Cultuuroverdracht
Socialisatie & instituties
Imitatie, informatie, sociale controle
Persoonlijke & sociale identiteit
Slide 12 - Diapositive
Nurture
Nature
Aangeleerd
Aangeboren
Slide 13 - Question de remorquage
Max verstappen is zo'n goede Formule 1- coureur, omdat het een zoon van Jos is. Bij wie hoort deze uitspraak?
A
Nature-aanhanger
B
Nurture-aanhanger
Slide 14 - Quiz
Cultuuroverdracht
Socialisatie vind plaats op verschillende manieren:
imitatie
informatie
sociale controle
Slide 15 - Diapositive
Cultuur: 1. ordent het gedrag 2. draagt bij aan je identiteit 3. zorgt voor een gemeenschappelijk referentiekader
A
Alleen 1 is juist
B
1 en 3 zijn juist
C
2 en 3 zijn juist
D
Allen zijn juist
Slide 16 - Quiz
Hoe heet het proces waarbij mensen normen en waarden leren van de samenleving waar ze bij horen?
A
Identiteitsvorming
B
Institutionalisering
C
Socialisatie
D
Internalisatie
Slide 17 - Quiz
4.3 Hokjesdenken
Categoriseren
Stereotypen & vooroordelen
Discriminatie (op 4 gebieden)
Sociale ongelijkheid
Racisme
Wij-zij-denken
Polarisatie & sociale cohesie
Slide 18 - Diapositive
Wanneer je een oordeel hebt over iemand zonder dat je die persoon kent, is dat dan een STEREOTYPE of VOOROORDEEL?
Slide 19 - Question ouverte
Nederlanders zijn gierig. Dat is een ...
A
vooroordeel
B
stereotype
C
feit
Slide 20 - Quiz
Dit is een voorbeeld van sociale cohesie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Migratie & vluchtelingen
3 redenen tot migratie
- Economisch
Bijv. verhuizen omdat er in een ander land meer kansen zijn
- Politiek
Bijv. verhuizen door oorlog of dreigende vervolging
-Sociaal
Bijv. verhuizen voor familie of de liefde
Slide 22 - Diapositive
Definities
Vluchteling of asielzoeker = iemand die asiel aanvraagt nadat zij is gevlucht voor politieke omstandigheden.
Arbeidsmigrant = iemand die verhuist voor economische omstandigheden, vaak laaggeschoold werk.
Kennismigrant = iemand die hun kennis hier toevoegen.
Volgmigranten = personen die vanwege sociale redenen immigreren.
Illegalen = personen zonder wettige of lopende asielstatus.
Slide 23 - Diapositive
Wat zijn arbeidsmigranten?
A
Mensen die naar een ander land verhuizen voor een vakantie
B
Mensen die naar een ander land verhuizen om te emigreren
C
Mensen die naar een ander land verhuizen om te studeren
D
Mensen die naar een ander land verhuizen om daar te werken
Slide 24 - Quiz
vluchteling
vroegere koloniën
arbeidsmigrant
Slide 25 - Question de remorquage
Jan trouwt met de Duitse Birgit. Hier is sprake van...?
A
Gezinshereniging
B
Gezinsvorming
Slide 26 - Quiz
4.5 Integratie gaat niet vanzelf
Assimilatie
Integratie
Segregatie
Slide 27 - Diapositive
Wat is een sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen?
A
Assimilatie
B
Segregatie
C
Integratie
Slide 28 - Quiz
Wat is GEEN voorbeeld van polarisatie?
A
Klimaatdrammers vs Klimaatontkenners
B
AZC Weg er mee vs Vluchtelingen Welcome
C
Kick Out Zwarte Piet vs Black Lives Matter
D
Viruswappies vs Vaccinatieschaapies
Slide 29 - Quiz
Een boerkaverbod is een voorbeeld van
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie
D
Geen van allen
Slide 30 - Quiz
Een halal worstenbroodje is een voorbeeld van
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie
D
Geen van allen
Slide 31 - Quiz
Integratie
Segregatie
Assimilatie
Slide 32 - Question de remorquage
Spanningen rond integratie
Nieuwkomers: kennismigranten & vluchtelingen; gevoel van verlies
Nederlanders met migratieachtergrond: 2 culturen
Nederlandse achtergrond: verlies & verrijking
Radicalisering
Slide 33 - Diapositive
De Nederlandse samenleving biedt ruimte voor behoud van eigen tradities en gewoonten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quiz
4.6: NL verandert
Vroeger: andere normen en waarden; handelingsonbekwaam; verzuiling
Individualisering: vrijheid en verantwoordelijkheid; bindingen