Meervouden op -en & -s

Nederlands 10-1
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons aan de zijkant 
  2. Boekverslag
  3. Datum SO Taalverzorging H1,2,3
  4. Theorie: Meervouden op -en & -s
  5. Zelfstandig werken
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands 10-1
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons aan de zijkant 
  2. Boekverslag
  3. Datum SO Taalverzorging H1,2,3
  4. Theorie: Meervouden op -en & -s
  5. Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Boekverslag
De bibliotheken zijn gewoon open, dus ik verwacht van je dat je een boek hebt uitgekozen en dat je die inmiddels ook in huis hebt.

De deadline van het boekverslag blijft op 14 februari staan. 
Aan jou nu de taak om te gaan lezen. Zorg dat je het boek 7 februari uit hebt. In die week gaan we het boekverslag maken.

Slide 2 - Diapositive

Taalverzorging
Wij gaan nu verder met Taalverzorging H1,2,3.

Voor de vakantie heb je geleerd:
  1. Een zin verdelen in zinsdelen en de persoonsvorm, het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde benoemen
  2. Wat werkwoorden, lidwoorden en zelfstandige naamwoorden zijn
  3. Hoofdletters en leestekens in een zin plaatsen

Slide 3 - Diapositive

Datum SO Taalverzorging H1,2,3
Week 2 
  • Meervouden op -en & -s
  • Laatste letter -d of -t & ik-vorm van
    het werkwoord

Week 3 
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Alles herhalen + oefenso

Week 4
  • SO Taalverzorging H1,2,3 --> maandag 24 januari
  • Oefenen voor de bloktoets (laptop mee!)
 

Week 5
  • Proefwerkweek --> Bloktoets H1,2,3  

Slide 4 - Diapositive

SO Taalverzorging H1,2,3
Wat moet je kennen & kunnen?
  • Hoofdstuk 1 (werkwoorden, persoonsvorm en zinsdelen & hoofdletters en leestekens)
  • Hoofdstuk 2 (onderwerp, zelfstandig naamwoord en lidwoorden & laatste letter -d of -t en de ik-vorm van het werkwoord)
  • Hoofdstuk 3 (werkwoordelijk gezegde, meervouden op -en en -s & persoonsvorm tegenwoordige tijd)


Slide 5 - Diapositive

Taalverzorging H1,2,3
Vandaag leer je hoe je de meervouden op -en & -s schrijft.

Slide 6 - Diapositive

Meervouden maken
De meeste zelfstandige naamwoorden kun je in het meervoud zetten. 

Je leert in deze les hoe je meervouden maakt door:
  1. -n of -en toe te voegen
  2. -s of -'s toe te voegen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Herhalen meervoud op -en
Meervouden op -en:
  1. Vaak hoef je alleen maar -en achter het woord te zetten:
    deur → deuren, kaars → kaarsen, lamp → lampen.
  2. Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen:
    trap → trappen, brugklas → brugklassen, hagedis → hagedissen.
  3. Soms moet je tegelijk een a, e, o of u weghalen:
    aap → apen, potlood → potloden, klasgenoot → klasgenoten. 

Slide 9 - Diapositive

Herhalen meervoud op -en
Meervouden op -en:
  1. Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v-:
    schaaf → schaven, kloof → kloven, golf → golven.
  2. Soms moet je tegelijk een -s veranderen in een -z-:
    huis → huizen, glas → glazen, vaas → vazen.

Slide 10 - Diapositive

Maak het meervoud van het volgende woord: stoel

Slide 11 - Question ouverte

Maak het meervoud van het volgende woord: vaas

Slide 12 - Question ouverte

Maak het meervoud van het volgende woord: fietsband

Slide 13 - Question ouverte

Maak het meervoud van het volgende woord: rat

Slide 14 - Question ouverte

Herhalen meervoud op -s + -'s 
  • Vaak hoef je alleen maar -s achter het woord te zetten:
wagen → wagens, reclame → reclames, jongen → jongens.

• Soms moet je een apostrof (’) voor de -s schrijven. Dat doe je bij woorden 
oma → oma’s, radio → radio’s, sudoku → sudoku’s, mini → mini’s, pony → pony’s.

• Bij afkortingen maak je het meervoud ook met apostrof -s (’s):
tv’s, dvd’s.


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld
Auto --> autos*    auto's 
Baby --> babys*   baby's 

Race --> race's*    races 
Café --> cafés*     cafés




-s aan het woord? Let op uitspraakproblemen

Uitspraakprobleem? Dan 's 

Slide 17 - Diapositive

Zet het volgende woord in het meervoud: auto

Slide 18 - Question ouverte

Zet het volgende woord in het meervoud: blaadje

Slide 19 - Question ouverte

Zet het volgende woord in het meervoud: GSM

Slide 20 - Question ouverte

Zet het volgende woord in het meervoud: tafel

Slide 21 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten:
1 t/m 5 op blz. 86-87

Dit is huiswerk voor de les van donderdag
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive