Autisme

Cliënt
2de jaars
Profiel fase
MBO workshop

Thema AUTISME
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Cliënt
2de jaars
Profiel fase
MBO workshop

Thema AUTISME

Slide 1 - Diapositive

Planning
- toetsing
weetjes
- autisme spectrum stoornis
- oorzaken 
- symptomen
- centrale coherentie 
- executieve functies
- theory of mind


Slide 2 - Diapositive

Afronding Cliënt periode 8
Jij geeft een pitch van 3 minuten!



Het is de bedoeling dat je binnen deze tijd zo goed mogelijk onder woorden kunt brengen wat jij de afgelopen periode hebt geleerd en wat jou is bijgebleven van de lessen client. Je hebt 3 minuten, je moet je dus beperken tot de belangrijke punten. Drie WAUW momentjes in je pitch naar voren laten komen, waarin je bent geïnspireerd door de workshops en documentaires/films.
In je verhaal ben je eerlijk en oprecht. Zorg daarnaast ervoor dat je jezelf blijft, straal zelfvertrouwen uit en praat alleen over dingen waar je ook werkelijk over wil vertellen.

Verder informatie > its learning leerjaar 2 client periode 8











Slide 3 - Diapositive

Autisme spectrum stoornis

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Lien

Wat is helpend voor kinderen met autisme?

Slide 6 - Carte mentale

Wist je dat? 
  • 1% van de NL autisme heeft
  •  Erfelijkheid een rol kan spelen bij autisme
  • Autisme is niet te genezen
  • Biologische factoren #Autisme is dus voor een groot deel erfelijk bepaald. Als de ene helft van een eeneiige tweeling het heeft, dan is de kans heel groot dat de andere helft het ...
  • Het hoofd en de hersenen zijn bij een op de vier kinderen met autisme groter. Er zijn ook verschillen in de structuur van de hersenen. ...
  • Jongens hebben vier keer zo vaak autisme als meisjes. Meisjes met autisme zijn meestal minder intelligent dan de jongens.

Slide 7 - Diapositive

Autisme spectrum stoornis
Autisme is een vaak voorkomende stoornis. Iedereen heeft wel een bepaald beeld hiervan. Autisme kent echter duizenden varianten. Iedereen met autisme heeft zijn eigen variaties en kenmerken. 

Slide 8 - Diapositive

Waar denk je aan bij autisme?

Slide 9 - Question ouverte

Autisme spectrum stoornis
= ASS
  • Onder deze paraplu vallen de stoornissen in het informatie verwerkingssysteem van de hersenen

Slide 10 - Diapositive

Weet jij waarom er is gekozen voor de term autismespectrumstoornis i.p.v. voor de term autisme?

Slide 11 - Question ouverte

-DSM- IV
  • omschrijft verschillende subtypen binnen het autistisch spectrum 
  • Omdat er weinig wetenschappelijke onderbouwing is voor de onderscheiding van deze types is er gekozen voor 1 overkoepelende classificatie
  • De classificatie gaat uit van 3 hoofddomeinen 

Slide 12 - Diapositive

Oorzaken autisme 
  • Heeft meerdere oorzaken en de biologische factoren  worden op dit moment meest onderzocht
  • Erfelijke factoren: als je ouders autisme hebben is de kans groter
  • omgevingsfactoren: door zuurstof gebrek 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Symptomen van Autisme 
Als je autistisch bent, heb je vaak moeite met contact maken met anderen. Er zijn drie vlakken waarin je de kenmerken of symptomen van autisme kunt verdelen:

1. Sociaal gedrag.
2. Communicatie.
3. Gebrek aan verbeelding en flexibiliteit.

Slide 15 - Diapositive

Beperking in sociaal gedrag
  • Moeite hebben met het maken van oogcontact, maar ook veel staren.
  • Moeite met contact maken met andere mensen. Het niet fijn vinden om aangeraakt te worden.
  • Weinig interesse in andere mensen tonen, je kunt je ook moeilijk in anderen inleven.

Slide 16 - Diapositive

Communicatie
  •  Een beperkte woordenschat.
  • Vaak en lang over hetzelfde praten.
  • Zinnen of woorden steeds herhalen
  • Moeite hebben om anderen te begrijpen.
  • Een achterstand in de ontwikkeling van gesproken taal.

Slide 17 - Diapositive

Wat zijn kenmerken van autisme?
A
Geen inlevingsvermogen, geen emoties kunnen lezen, behoefte aan structuur.
B
Behoefte aan mindmappen, wisselende begeleiders en vrije tijd.
C
Behoefte aan mindmappen en vrije tijd, geen inlevingsvermogen.
D
Geen emoties kunnen lezen, behoefte aan structuur, behoefte aan vrije tijd.

Slide 18 - Quiz

Gebrek aan verbeelding flexibiliteit
  • Zichzelf herhalende trekjes of bewegingen maken.
  • Moeite hebben met (plotselinge) veranderingen en hier weerstand tegen bieden.
  • Dwangmatig handelen en bijzondere rituelen.
  • Veel behoefte hebben aan regelmaat en structuur. 

Slide 19 - Diapositive

Vertel: Heb jij te maken gehad met autistische cliënten?

Slide 20 - Question ouverte

Behandeling autisme
* Er bestaat geen behandeling of medicijn om autisme mee te genezen.
 * Wel kunnen mensen met autisme met de juiste hulp en behandeling naar school, werken en relaties met andere opbouwen.
*Benoem tijdens de begeleiding positieve en sterke kanten van de cliënt

Slide 21 - Diapositive

Gedrag wordt bepaald hoe iemand waarneemt.
Iemand met autisme neemt de wereld op een andere manier waar.  De informatie die binnenkomt wordt op een anders vertaald.  

Het gedrag is daarom verassend en op het eerste gezicht onbegrijpelijk. 

Slide 22 - Diapositive

Centrale coherentie 
  • Mensen zijn in staat  losse informatie tot 1 geheel te kunnen verwerken.  ( je ziet verbanden, denkt snel en reageert)
  • bijvoorbeeld je ziet bol vacht, vier poten en spitse oortjes denk je aan een : kat

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Gevolgen zwakke coherentie 
  • Mensen zien de wereld als berg losse onderdelen
  •  er worden geen automatische verbanden gelegd
  • geen onderscheid in wat belangrijk is en wat niet
  • gefocust op details

Slide 25 - Diapositive

executive functies 
  • cognitieve functies die te maken hebben met organiseren en plannen
  •  bedenken welke taken na elkaar komen (tandenpoetsen)
  • Hoe moeten taken uitgevoerd

deze functies zorgen er ook voor dat iemand zijn handelen kan evalueren en bijstellen 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

gevolgen van gebrekkige executive functies 
  • bij sommige met autistische mensen werken de functies niet optimaal dit uit zich in :
  • moeite met plannen, dagelijkse handelingen aanleren
  • zaken overzien en planning aanpassen (bijv. kleding afstemmen op het weer) 

Slide 28 - Diapositive

theory of mind
Het vermogen om:
- gedachten, bedoelingen, gevoelens en ideeën. Van jezelf en anderen op te merken en hier rekening mee te houden. 

bijv. passend op iemands verdriet reageren, of als je vriend geen zin heeft om te voetballen begrijpen dat jullie wel vrienden blijven. 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Geef in eigen woorden aan wat je het meest is bijgebleven tijdens deze workshop?

Slide 31 - Question ouverte