h/v 3.2 wereld: temperatuur verschillen op aarde

3.2 Wereld: Temperatuur verschillen op aarde
Telefoon in de tas 
Chromebook en boeken op tafel
Planning:
Toets nabespreken
Uitleg met opdrachten

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

3.2 Wereld: Temperatuur verschillen op aarde
Telefoon in de tas 
Chromebook en boeken op tafel
Planning:
Toets nabespreken
Uitleg met opdrachten

Slide 1 - Diapositive

3.2 Wereld: Temperatuur verschillen op aarde
Leerdoelen:
Waardoor is het niet te warm of te koud op aarde?
Op welke manier verwarmt de zon de aarde en wat merk je daarvan in de bergen?
Welke landschappen komen voor in de bergen? 
Hoe worden maximum en minimum temperatuur berekend?
Wat voor invloed heeft de invalshoek van de zon op de breedteligging op aarde?
Wie is er wel eens op vakantie geweest in de bergen?

Slide 2 - Diapositive

Weet je het nog? Noteer de namen van de 8 klimaten in de wereld. Het hooggebergteklimaat is het 9de klimaat.

Slide 3 - Question ouverte

Sleep de kenmerken naar de juiste klimaten.
Tropisch klimaat
Savanneklimaat
Poolklimaat
Steppeklimaat
Geen seizoenen
Te droog voor bomen
Ligt op hoge breedte
Mix van gras en bomen

Slide 4 - Question de remorquage

Bij welk klimaat is het verschil tussen de temperatuur overdag en 's nachts het grootst?
A
Tropisch klimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 5 - Quiz

Welk klimaat zie je in
de klimaatgrafiek?
A
Poolklimaat
B
Toendraklimaat
C
Gematigd zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 6 - Quiz

Hoe ontstaan verschillen in temperatuur op aarde?

1. Breedteligging: vorige les          2. Stralingsbalans                      3. Hoogte ligging
    Deze les: seizoenen

Slide 7 - Diapositive

A.
B.
C.
Situatie op hoge breedte
Situatie op lage breedte
Situatie op gematigde breedte

Slide 8 - Question de remorquage

Seizoenen
Oorzaak van de seizoenen:
de aarde staat schuin (23,5 graad) en draait om de zon.

Slide 9 - Diapositive

De vier seizoenen
Op de aarde kennen we 4 seizoenen:
  • Lente
  • Zomer
  • Herfst
  • Winter


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wanneer is het 's nachts kouder?
A
Een bewolkte nacht
B
Een onbewolkte nacht

Slide 12 - Quiz

Stralingsbalans
In- en uitstraling zonlicht
Kortgolvige straling komt door de atmosfeer op aarde terecht en verwarmt het oppervlak.
Langgolvige straling verwarmt de atmosfeer om de aarde.

Afhankelijk van:
  • dichtheid van het wolkendek
  • breedteligging
  • lengte dag en zonnestand



Slide 13 - Diapositive

Stralingsbalans
Broeikasgassen nemen de langgolvige straling op en stoten deze terug met langgolvige straling naar de aarde. --> broeikaseffect

In evenwicht doordat evenveel straling binnenkomt als uitgaat, alleen niet tegelijkertijd.
Bijvoorbeeld dag en nacht. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Wolken spelen geen rol in de stralingsbalans van de aarde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

De stralingsbalans is in een dynamisch evenwicht, wat wordt hier mee bedoeld?
A
Er gaat niet evenveel uit als in
B
Er gaat evenveel uit als in, maar niet op dezelfde plek
C
Er gaat evenveel uit als in, maar niet tegelijkertijd
D
Er gaat meer in dan dat er uitkomt, daarom warmt het op

Slide 17 - Quiz

Hoogteligging en temperatuur 

Hoe kan het dat het op de bergtop niet warmer is dan aan de voet van de berg? 

Slide 18 - Diapositive

Hoe de temperatuur verandert in de bergen

Slide 19 - Diapositive

Hoe hoger, hoe kouder.
Wat is de temperatuur bij de pijlen?
Aanwijzing
Boven deze denkbeeldige lijn ligt sneeuw en ijs.
Wat betekent dat voor de temperatuur op deze lijn?
Aanwijzing
Wat is het hoogteverschil met de bovenste rode pijl (waarvan je de temperatuur zojuist hebt gehoord)?
De regel is dat de temperatuur per 1000 meter daling.......................
Antwoord
Sneeuw en ijs blijven liggen zodra de tempatuur onder 0°C komt
Antwoord
Het was op 3000 meter hoogte 0°C
We gaan nu 2000 meter naar beneden
De temperatuur stijgt met 6°C bij 1000 meter dalen
De temperatuur bij de pijl is 12°C

Slide 20 - Diapositive

Landschappen vs temperatuur
Noteer de landschappen met de hoogte in meters in je schrift.

Slide 21 - Diapositive

Wat is het verband tussen hoogteligging en temperatuur?

Slide 22 - Question ouverte

CHECK CHECK CHECK!
Waardoor is het niet te warm of te koud op aarde?
Op welke manier verwarmt de zon de aarde en wat merk je daarvan in de bergen?
Welke landschappen komen voor in de bergen?
Wat is de invloed van de stand van de zon op de temperatuur op aarde?
Hoe worden maximum en minimum temperatuur berekend?
Wat voor invloed heeft de invalshoek van de zon op de breedteligging op aarde?

Waar wil je nog ondersteuning bij?

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 7 in je boek nu maken of topo leren

Slide 24 - Diapositive

Formele sector
Informele sector

Slide 25 - Question de remorquage