N.I.A. Hst 4

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
Opwarmoefening

Dialoog en nieuwe woorden

Uitspraak: zinsaccenten

Grammatica: werkwoordstijden 

Slide 2 - Diapositive

Rara, waar ben ik?

Slide 3 - Diapositive

Ameland
Schiermonnikoog
Engelsmanplaat
Drenthe
Brabant
Hoeksche waard
Zuid-Limburg
Veluwe
Markermeer
Marker Wadden
Friese meren
Weerribben

Slide 4 - Diapositive

a. heide
b. Marker Wadden
c. zandstuifgebied
d. zandplaat

Slide 5 - Diapositive

Nieuwe woorden

Slide 6 - Carte mentale

Zinsaccenten

Slide 7 - Diapositive

Plusquamperfectum
Imperfectum
Perfectum
Presens
Nadat ze over de wereld hadden gereisd, besloten ze om hun eigen land te leren kennen.
Wij, de wereldreizigers die voor de verandering door Nederland trokken. Hoe zijn we eigenlijk op het idee gekomen om dit boek te maken? Ik ben het al helemaal vergeten.
Je zei dat je weleens iets anders wilde nadat we die reis door Mongolië hadden gemaakt.
Het buitenland spreekt nu eenmaal meer aan dan je eigen land. We wilden eerst die verre landen bezoeken en dachten niet aan Nederland.

Slide 8 - Question de remorquage

Presens
Imperfectum
Perfectum

Plusquamperfectum
a. Je praat over iets wat afgesloten is.
b. Je praat vanuit het verleden over iets wat nog eerder is gebeurd.
c. Je praat over het nu of over de toekomst.
d. Je beschrijft een situatie in het verleden.

Slide 9 - Question de remorquage

Opdracht 5
1. Noem drie plaatsen die je hebt bezocht.
Gebruik het perfectum.

2. De klas kiest samen 1 plaats (meeste stemmen gelden). Vertel meer over deze plaats: Hoe was het? Wat vond je ervan?
Gebruik het imperfectum.

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 6
Vroeger ging ik graag naar Schiermonnikoog. Het was toen nog erg rustig. Nu is het daar heel druk, dus ga ik liever niet meer.

Vroeger genoot ik heel erg van ijsjes. Mijn favoriete smaken waren chocolade en yoghurt. Nu vind ik ijs te koud. Het doet pijn aan mijn tanden.

Slide 11 - Diapositive

Ik heb geleerd dat Nederland hele mooie natuur heeft
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage

Ik kan iets vertellen over de reizen die ik heb gemaakt
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

Ik weet nu welke werkwoordstijd ik in welke situatie moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Vervoegen

Slide 15 - Diapositive