wk 09: les 4 (grammatica les 2)

Vrijdag 4 maart - V1a

  • 10 minuten stillezen
  • Start Grammatica: woordsoorten
  • Aan de slag!







timer
10:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vrijdag 4 maart - V1a

  • 10 minuten stillezen
  • Start Grammatica: woordsoorten
  • Aan de slag!







timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Vorige lessen heb je...
...een start gemaakt met grammatica zinsontleding.

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je...
...oefenen met woordsoorten.

Slide 3 - Diapositive

Grammatica
Woordsoorten benoemen
Zinsontleding

Slide 4 - Diapositive

woordsoortbenoemen
zinsontleding
lidwoord
persoonsvorm
werkwoord
onderwerp
lijdend voorwerp
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
meewerkend voorwerp

Slide 5 - Question de remorquage

Welke woordsoorten
ken je al?

Slide 6 - Carte mentale

Woordsoorten

Slide 7 - Diapositive

Sleep het woord naar de juiste woordsoort
De
handschoen
was
nat.
lidwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord

Slide 8 - Question de remorquage

welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
werkwoord
B
zwemwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz


Wat is de woordsoort?

Uitleggen
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
persoonlijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Wat is geen woordsoort?
A
Voorzetsel
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoord
D
Lidwoord

Slide 11 - Quiz

Welke woordsoort is onderstreept?
De makkelijkste woordsoort vind ik het lidwoord.
_________________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 12 - Quiz

Wat is de woordsoort?

MIJN laptop is kapot.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

Wat is de woordsoort?

Er ligt veel rotzooi ACHTER de kast.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
lidwoord

Slide 14 - Quiz

Welke woordsoort moet op het streepje staan?

De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
geen woordsoort

Slide 15 - Quiz

Welke woordsoort moet op het streepje staan?

___ vogels vliegen in de lucht.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
geen woordsoort

Slide 16 - Quiz

'Welke sprong maak jij?'

Tot welke woordsoort behoort 'jij'?
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Quiz

Woordsoorten zijn lastig.

Welke woordsoort is 'zijn'?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 18 - Quiz

Zijn spullen lagen door de hele kamer

Welke woordsoort is 'zijn'?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 19 - Quiz

Wat is 'schoolexamen' voor een woordsoort?

"Het schoolexamen was moeilijk."
A
zelfstandig naamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 20 - Quiz

Hij wast zich.
hij- welke woordsoort?
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 21 - Quiz

Tot welke woordsoort kan het woord 'het' behoren?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Voorzetsel

Slide 22 - Quiz

Woordsoorten

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat en log in
  • Ga naar Grammatica, Blok 3 (3.2)
  • Maak C Woordsoortbenoeming – Werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel vraag 4 t/m 11
  • Klaar? Ga naar Blok 4 (4.2)
  • Maak D Woordsoortbenoeming – Weet je het nog? vraag 1

Slide 24 - Diapositive

Einde van deze les

Slide 25 - Diapositive