wk 11

Maandag 9 maart - V1b
Actueel: Boekenweek (7 t/m 15 maart)
Start grammatica
Aan de slag!
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maandag 9 maart - V1b
Actueel: Boekenweek (7 t/m 15 maart)
Start grammatica
Aan de slag!

Slide 1 - Diapositive

Thema boekenweek: Rebellen en Dwarsdenkers

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Vandaag ga je leren...
...hoe periode 3 eruit ziet.
...wat je gaat leren bij het onderdeel grammatica.

Slide 4 - Diapositive

Periode 3
Week 16     Grammatica 1: zinsdelen pv t/m mwv
                       Woordsoorten: znw, bnw, lw, vz, ww, p vwn, b vnw

Week 20     Fictie: individueel boek & spreekvaardigheid: presentaties

Week 23     Begrijpend Lezen 1 t/m 5 + herhaling werkwoordspelling
(toetsweek)

Slide 5 - Diapositive

grammatica

Slide 6 - Carte mentale

Grammatica
Woordsoorten benoemen
Zinsontleding

Slide 7 - Diapositive

woordsoortbenoemen
zinsontleding
lidwoord
persoonsvorm
werkwoord
onderwerp
lijdend voorwerp
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
meewerkend voorwerp

Slide 8 - Question de remorquage

Grammatica
Woordsoorten benoemen
Zinsontleding

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat en log in
  • Ga naar Grammatica, Blok 1 (1.1)
  • Maak A zinsontleding - werkwoord en werkwoordsvorm vraag 1, 2, 3, 5, 6, 8, 12, 16, 17, 18, 19, 20
  • Klaar? Maak B zinsontleding - werkwoordelijk gezegde     vraag 1 t/m 7

Slide 17 - Diapositive

Einde van deze les

Slide 18 - Diapositive

Dinsdag 10 maart - V1b
Vervolg grammatica
Aan de slag!

Slide 19 - Diapositive

Vorige les heb je geleerd...
...hoe periode 3 eruit ziet.
...wat je gaat leren bij het onderdeel grammatica.

Slide 20 - Diapositive

Vandaag ga je leren...
...om woordsoorten te herkennen en benoemen.

Slide 21 - Diapositive

Grammatica
Woordsoorten benoemen
Zinsontleding

Slide 22 - Diapositive

Welke woordsoorten
ken je al?

Slide 23 - Carte mentale

Sleep het woord naar de juiste woordsoort
De
handschoen
was
nat.
lidwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord

Slide 24 - Question de remorquage

welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
werkwoord
B
zwemwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 25 - Quiz


Wat is de woordsoort?

Uitleggen
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
persoonlijk voornaamwoord

Slide 26 - Quiz

Wat is geen woordsoort?
A
Voorzetsel
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoord
D
Lidwoord

Slide 27 - Quiz

Welke woordsoort is onderstreept?
De makkelijkste woordsoort vind ik het lidwoord.
_________________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 28 - Quiz

Wat is de woordsoort?

MIJN laptop is kapot.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 29 - Quiz

Wat is de woordsoort?

Er ligt veel rotzooi ACHTER de kast.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
lidwoord

Slide 30 - Quiz

Welke woordsoort moet op het streepje staan?

De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
geen woordsoort

Slide 31 - Quiz

Welke woordsoort moet op het streepje staan?

___ vogels vliegen in de lucht.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
geen woordsoort

Slide 32 - Quiz

'Welke sprong maak jij?'

Tot welke woordsoort behoort 'jij'?
A
werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 33 - Quiz

Woordsoorten zijn lastig.

Welke woordsoort is 'zijn'?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 34 - Quiz

Zijn spullen lagen door de hele kamer

Welke woordsoort is 'zijn'?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 35 - Quiz

Wat is 'schoolexamen' voor een woordsoort?

"Het schoolexamen was moeilijk."
A
zelfstandig naamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 36 - Quiz

Hij wast zich.
hij- welke woordsoort?
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 37 - Quiz

Tot welke woordsoort kan het woord 'het' behoren?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Voorzetsel

Slide 38 - Quiz

Woordsoorten

Slide 39 - Diapositive

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat en log in
  • Ga naar Grammatica, Blok 3 (1.3)
  • Maak C Woordsoortbenoeming – Werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel vraag 4 t/m 11
  • Klaar? Ga naar Blok 4 (1.4)
  • Maak D Woordsoortbenoeming – Weet je het nog? vraag 1

Slide 40 - Diapositive

Einde van deze les

Slide 41 - Diapositive