Present simple/ Present continuous

Today's objectives:

  • Vanaf vandaag werken we allemaal online
  • I know how and when to use the present simple and present continuous:

Programme:

1. Inloggen Allright
2. Grammatica en Quiz
3. Oefening 9 en 10 Unit 1.2 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Today's objectives:

  • Vanaf vandaag werken we allemaal online
  • I know how and when to use the present simple and present continuous:

Programme:

1. Inloggen Allright
2. Grammatica en Quiz
3. Oefening 9 en 10 Unit 1.2 

Slide 1 - Diapositive

Allemaal online in AllRight
  • Ga naar Allright
  • Klik op je naam (rechtsbovenin)
  • Ga naar je 'PROFIEL'
  • Zoek je locatie op. 
  • Zorg dat locatie: POTSKAMPSTRAAT is
  • Voer onderaan je klascode in!
  • Ik controleer of iedereen online is en in de klas zit

Slide 2 - Diapositive

Present simple/tegenwoordige tijd

Als je wilt zeggen dat iets regelmatig (of altijd of nooit) gebeurt, gebruik je de present simple:


- I walk to school every day.
- Andy walks to school every day.
- We walk to school every day.



Present Continuous

Als je wilt zeggen dat iets nu gebeurt of bezig is, gebruik je de present continuous:


- I am walking the dog.
- She is walking her dog.

Slide 4 - Diapositive

Present Simple

I, you, we, they + werkwoord
she,he it + werkwoord +-s
SHIT + S! REGEL

I think about food a lot.
She/he think+s


Present Continuous

 werkwoord + -ing

I am ww +ing
You/We/They are ww + ing


Slide 5 - Diapositive

Wanneer de Present Simple?
Signaalwoorden!

  • always
  • often/ a lot
  • usually
  • sometimes
  • rarely/seldom
  • never
  • every night/dag/week
Wanneer de present continuous?
Signaalwoorden!

  • Right now
  • At the moment
  • Currently
  • Als uit de zin blijkt dat je iets nu aan het doen bent (ik kom eraan, ik ben de hond aan het uitlaten/ ik ben aan het leren)

Slide 6 - Diapositive

Every week
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 7 - Quiz

at the moment
A
Present simple
B
Present Continuous

Slide 8 - Quiz

Never
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 9 - Quiz

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 10 - Quiz

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 11 - Quiz

Present continuous
I... ( to dance) currently
A
Am dancing
B
Dance

Slide 12 - Quiz

Present continuous
I … ( to work) at school right now
A
work
B
am working

Slide 13 - Quiz

Every Monday, Sally (drive) her kids to football practice.
A
drives
B
is driving

Slide 14 - Quiz

Shhhhh! Be quiet! John (sleep) .
A
sleeps
B
is sleeping

Slide 15 - Quiz

Don't forget to take your umbrella. It (rain) .
A
rains
B
is raining

Slide 16 - Quiz

Justin (write, currently) a book about his adventures in Tibet.
A
currently writes
B
is currently writing

Slide 17 - Quiz

Every day Sarah .......(go) to school
A
goes
B
is going

Slide 18 - Quiz

Usually he .......(watch) a video at home
A
watches
B
is watching

Slide 19 - Quiz

Listen! Susan ........(play) the guitar.
A
plays
B
is playing

Slide 20 - Quiz

Ik heb de stof goed begrepen en kan de regels toepassen
A
Jazeker! helemaal!
B
Ik begrijp het redelijk goed
C
Ik vind het nog erg moeilijk

Slide 21 - Quiz

Aan de slag! Unit 1.2
  • Opdracht 8,9 en 10 op pagina 15 en 16

Slide 22 - Diapositive