Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Slide 1 - Diapositive
Deze les
- Startopdracht
- Lesdoel
- Startopdracht
- Uitleg
- Aan de slag
Slide 2 - Diapositive
Opdracht
Schrijf de juiste omschrijving op bij de tekening.
Slide 3 - Diapositive
Wat is het verschil tussen de betekenis van melkkoe en koemelk?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is het verschil in de betekenis tussen deurslot en slotdeur?
Slide 5 - Question ouverte
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je de woordraadstrategie "zoek een bekend woorddeel" toepassen op een tekst.
Waarom leren we jullie deze strategieën?
Slide 6 - Diapositive
Samenstellingen
SAMENSTELLINGEN: bestaan uit twee woorden die samen een nieuw woord vormen. Ze kunnen ook zelfstandig een betekenis hebben. Voorbeeld: prijs + verhoging = prijsverhoging
Slide 7 - Diapositive
Waar denk je aan bij het woord "schooltaalwoorden"? (gebruik de woordraadstrategie)
Slide 8 - Question ouverte
Samen oefenen
Slide 9 - Diapositive
Aan de slag
Maak opdracht 15-17 op bladzijde 38-40
10 minuten in stilte, daarna overleggen
Kijk of je woorden tegenkomt in andere
(school)boeken, die je niet kent. Schrijf ze op.
timer
10:00
Slide 10 - Diapositive
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je de woordraadstrategie "zoek een bekend woorddeel" toepassen op een tekst.