Vrijwilligerswerk

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 5-8

Introduction

Iedereen doet weleens een klusje voor een ander. Maar wanneer noem je dat vrijwilligerswerk? En wat kun je als kind allemaal doen aan vrijwilligerswerk? Wat doen de leerlingen uit uw klas aan vrijwilligerswerk? In deze les leren uw leerlingen er alles over.

Vrijwilligerswerk

.

Dit weet ik al!

1. Schrijf op een briefje welk(e) klusje(s) jij doet zonder dat je er geld voor krijgt.
2. Iedereen klaar? Loop dan op teken van de juf/meester door de klas. Kom je iemand tegen? Doe een voetengroet en vertel elkaar wat je hebt opgeschreven. Wissel van kaartje en loop weer door de klas tot je iemand anders tegenkomt. Doe weer hetzelfde.
3. Bespreek klassikaal wat iedereen heeft opgeschreven/gehoord. 

Eigen leervragen

Wat zou jij willen weten over vrijwilligerswerk? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Wereldoriëntatie

Na deze les:

• weet ik wat vrijwilligerswerk is.
• weet ik welk vrijwilligerswerk kinderen kunnen doen.

Dit ga je leren

Woordenschat

• Na deze les begrijp ik de belangrijke woorden die met vrijwilligerswerk te maken hebben.

Taal

• Na deze les kan ik een onderzoekje uitvoeren in de klas over vrijwilligerswerk.

Lesdoelen

Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.

_{Verdiepende tekst}

Lees de tekst hiernaast. Arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt.

Wil je de tekst vergroten? Klik dan op de loep en vervolgens op de tekst.

_Woordenschat

eten

het ontbijt

de lunch

het diner

Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 

Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.

groot

klein

muis

olifant

Hulpkaart

woordparaplu

woordtrap

woordkast

Woordenschat

Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.

_Woordenschat

helpen

de vrijwilliger

Iemand die werkt zonder er voor betaald te krijgen.

Op onze sportclub werken veel vrijwilligers. 

de stichting

Een soort club of vereniging.

De stichting Ambulance Wens brengt wensen van zieke mensen in vervulling.

het klusje

Het werk dat gedaan moet worden.

Het uitruimen van de vaatwasser vind ik een leuk klusje. 

organiseren - organiseerde - georganiseerd

Regelen en laten ontstaan. 

De supermarkt organiseerde een tekenwedstrijd.

Woordenschat

Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

_Woordenschat

vrijwilligerswerk

vrijwillig

Degene die het werk doet, doet dit omdat hij/zij het leuk vindt, niet omdat het moet.

Voor wie?

Het werk wordt gedaan voor anderen (niet voor jezelf of familie).

geen geld

Degene die het werk doet, krijgt hier geen geld voor.

Woordenschat

Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

Is de uitspraak hieronder WAAR of NIET WAAR?
Sleep de uitspraak naar de juiste kant.

Heb jij de tekst en het filmpje goed begrepen?

Voor vrijwilligerswerk krijg je betaald.

Je hebt een voorbeeld gezien in de tekst en in het filmpje. Welk vrijwilligerswerk kunnen kinderen doen?

Heb jij de tekst en het filmpje goed begrepen?

Bekijk de video over Divali in Suriname op samsam.net/divali. 

Wat vind jij ervan om in je vrije tijd andere mensen te helpen?

Heb jij de tekst en het filmpje goed begrepen?

Bekijk de video over Divali in Suriname op samsam.net/divali. 

                                                 _{Verwerkingsopdracht}

Onderzoek in je groepje wat jouw klas doet voor vrijwiligerswerk. De stappen op de slide hierna kunnen je daarbij helpen. Presenteer de uitkomsten in een tabel.

_{Verwerkingsopdracht}

Uitleg

Stappenplan onderzoekje

Stap 1: Schrijf op een blaadje welk vrijwilligerswerk kinderen kunnen doen. Zoek eventueel op internet naar meer voorbeelden. Bedenk er minimaal vijf. 

Stap 2: Maak een vragenlijst. Daarin vraag je je klasgenoten welk vrijwilligerswerk zij doen. Ze kunnen per klusje kiezen uit: ja of nee. 

Stap 3: Stel jullie vragen aan je klasgenoten en noteer de antwoorden. 

Stap 4: Teken een tabel zoals hieronder.

Stap 5: Tel voor elk antwoord hoe vaak het voorkomt. Bij totaal moet telkens hetzelfde cijfer staan (het aantal leerlingen in de klas). Klaar? Dan kun je zien welk vrijwilligerswerk het meest wordt gedaan (de meeste ja's). En welk vrijwilligerswerk bijna niet wordt gedaan. 

Evalueren maar!

Hang jullie resultaten op in de klas.

Tip! Onderzoek hoe het zit met het vrijwilligerswerk in de andere klassen bij jullie op school. 

Reflectie

Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Wereldoriëntatie

• Wat is vrijwilligerswerk?
• Welk vrijwilligerswerk kunnen kinderen doen?

Terugkoppeling lesdoelen

Woordenschat

• Begrijp jij de belangrijke woorden die met vrijwilligerswerk te maken hebben?

Taal

• Welk vrijwilligerswerk wordt veel in de klas gedaan?
• Welk vrijwilligerswerk komt niet zoveel voor in jullie klas?

Heb jij de lesdoelen behaald, vind je?

Lesdoelen

Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.

Terugkoppeling eigen leervragen

• Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
• Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
• Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?
  

              Tot de volgende keer!