Nederlands herhaling spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Nederlands herhaling spelling

meervouden

Wat is het meervoud van café?

1. cafés
2. cafees
3. café's
4. cafeés

Meervoud: wat is het meervoud van piano?

1. pianos
2. pianoos
3. piano's
4. pianoo's

Zet het zelfstandig naamwoord in het meervoud.

De docent was ziek

1. Zieken
2. Docenten
3. Is
4. De

Verkleinwoord met PJE

Verkleinwoord met TJE

Verkleinwoord met JE

boom

telefoon

broer

riem

film

raam

tafel

haar

hand

fiets

verkleinwoord

Is het een zwak of sterk werkwoord: Fietsen

Is het werkwoord 'vallen'
een sterk of een zwak werkwoord?

Is het werkwoord ´geven´
een sterk of een zwak werkwoord?

Voltooid deelwoord
Zij heeft het aan mij .....

1. beloofd
2. belooft
3. beloven

Voltooid deelwoord of persoonsvorm?
Zoek de zin met het voltooid deelwoord.

1. Naomi heeft dat mooie schilderij zelf geschilderd.
2. Jean verft zijn huis.
3. Van Gogh schilderde veel in Frankrijk.
4. Zij houdt van mij.

Wat is een voltooid deelwoord?

1. wandel
2. wandelde
3. gewandeld